een reuzen Boeddha zo’n 5 jaar geleden gebouwd op een van de eilandjes voor Đà Nẵng – in kunstlicht bij nacht.
Terracotta Village & Park Thanh Hà
Tijdens ons verblijf in Việt Nam zijn we uitgenodigd om naar Hội An te komen en daar te kijken bij een gemeenschap die al eeuwen lang producten maakt van aardewerk: Thanh Hà, een nederzetting dat met terracotta haar nering draaiend probeert te houden.
Hội An ligt vlak onder Đà Nẵng in de centraal gelegen provincie Quăng Nam. In Đà Nẵng staat het Cham Museum. Een wereldberoemde tentoonstelling van beelden verzameld in een gebied zo’n 40 km meer landinwaarts. Daar ligt Mỹ Sơn, ruïne van een voormalige keizerlijke stad en Hindoestaans tempelcomplex, gebouwd tijdens de dynastie van de Champa in de periode dat we hier de Middeleeuwen hadden. Zo’n veertig jaar terug is deze plek stuk gebombardeerd door de Amerikanen in de Vietnam War. En werden Danang en My Son tot namen die in ons geheugen gegrift staan.
Nu staat de hele regio rond de Thu Bồn rivier op de werelderfgoed lijst van UNESCO. Net als de staande Boeddha’s van Bamyan in Afghanistan, begin deze eeuw door de Taliban vernield. Maar ook de Weerribben hier in Nederland, vlakbij waar wij zelf wonen, de grachtengordel van Amsterdam en sinds kort de Van Nelle Fabriek.
Alles heeft met alles te maken en wij maken het mee.
De rivier waar langs het dorpje ligt, geeft de bewoners houvast aan wat ze kunnen. Het is hun omgeving. De klei heeft zich neer gevleid in de banken van haar monding. De gemeenschap heeft zich neer gevleid langs haar oevers. Ze bouwden er hun huizen en richtten hun bedoeningen in. Zo doen ze hier, verbonden met hun plek, wat hen het beste afgaat.
Nu komt onze wereld hier terecht en zoekt zich een weg om er contact mee te krijgen.
In Thanh Hà maken ze ‘t simpelste aardewerk dat er bestaat, vervaardigd van klei die ze bij de rivier steken. Gedraaid en gegoten gebruikskeramiek, dakpannen en stenen bakken ze in gemeenschappelijke ovens die op hout worden gestookt. Biscuit, geen glazuur dus, hooguit een gesinterde buitenkant. In de loop van de tijd is de hele gemeenschap uitgegroeid tot cultuurgoed met het vakmanschap dat er bij hoort. De schoonheid lijkt echter vervlogen en hoe je er nog handel mee kan drijven is een nijpende vraag geworden. De economie van nu is op een heel andere leest geschoeid. Vanuit ecologisch oogpunt mogen er geen dakpannen en stenen meer gestookt. En wie gebruikt er nog schalen en kruiken van aardewerk?
In de loop van de vorige eeuw is in een heel korte periode de hele terracotta handwerk industrie ingezakt en bijna verdwenen.
In aanpak is er een grote diversiteit te ontwaren bij de verschillende familiezaakjes. Sommigen gaan compleet voor de veilige en wat saaie weg van de toeristenbranche. Anderen zoeken het in wat gedurfder ontwerpen; tegen design aan. Weer anderen vergeten het eigen ontwerp en voeren eenvoudig de opdrachten uit die ze krijgen. Er lijkt geen andere keus mogelijk. Er moet brood op de plank en dat gaat via de markt.
Veel gezinnen voelden zich genoodzaakt om hun heil elders te zoeken. Maar een zo’n gezin heeft zijn nek uitgestoken voor het dorp. De kinderen gingen studeren en kwamen met nieuwe knowhow terug. Met behulp van Unesco hebben zij een museum naast de nederzetting gebouwd dat de geschiedenis van haar terracotta cultuur belicht. Dit kan de gemeenschap een boost geven, zodat de de Cham traditie behouden blijft en het terracotta bestaan niet in de vergetelheid weg zinkt.
Het werd een prachtig gebouw met veel mogelijkheden voor expositie. En met gelegenheid tot uitwisseling in de wereld van verschil. De wereld van vandaag de dag.
We zijn gevraagd om op onze manier aan hun streven een bijdrage te leveren. Hoe kunnen wij vanuit onze achtergrond hierbij aansluiten? Nu kijken we zelf al met grote ogen om ons heen. Als je samen kijkt naar wat je ziet, geeft dat de eigen vertrouwde wereld nieuwe perspectieven. In pottenbakkerstermen gesproken werkt zoiets als een ‘sympathiebrand’. Onbevangen benieuwd als mogelijke start om iets nieuws op gang te brengen, zoeken we contact en ervaren wat zich voordoet in het werk. Zij zijn van vader en moeder op zoon en dochter (er zijn veel vrouwen), wij ooit als academisch geschoolde keramisten. Hoe zoeken naar nieuwe wijze van aanpak, kan die gebaseerd worden op de bestaande?
Er is een oude bron in Hoi An, een vierkante put die al die eeuwen vers water geeft. Waar ligt die van ons? Welke opwellingen gebruiken wij bij het aangaan van iets nieuws. Gaat het hier niet om iets veel groters dan vaardigheden?
Zo liepen we er een paar dagen rond en beleefden een ronduit hartverwarmende en schitterende tijd. We verkenden het terrein en onszelf, we mochten overal binnen, spraken urenlang openhartig met bewoners en bouwers. En spraken een hele dag lang met een van de pottenbakkers: Tuấn. Omdat we een tolk tot onze beschikking hadden, kon het een indrukwekkend interview worden. Een ver- en diepgaand gesprek dat we met alle andere gesprekken en indrukken inmiddels hebben uitgewerkt naar een voorstel met subsidieaanvraag.
Op de terugreis naar Đà Nẵng reden we langs het oude ommuurde vliegveld, waar vandaan de Amerikaanse bommenwerpers veertig jaar terug opstegen. De uitkijktorens leken sprekend op de Russische uitkijkposten rond de Berlijnse muur destijds. Vanuit het vliegtuig op weg naar Saigon, dat nu Ho Chi Minh City heet; zien we het als een rechthoek, dwars door het landschap getrokken.
Vietnam, woorden als samenwerking, inmenging, gastvrijheid, uitsluiting en onderscheid hebben een heel nieuwe lading gekregen. Het bleek geen eenvoudige opdracht om de ideeën die we er opdeden naar een eigen bijdrage te vertalen. Eenmaal terug in Nederland, zijn we er een paar weken mee bezig geweest. Het werd een voorstel waar we achteraf weer zelf van staan te kijken. Hoe alles wat we samen tot nu toe hebben ontwikkeld, samenvloeit. Begonnen als keramist, nu makers van installaties, begeleidingsdeskundigen en sociaal cultureel agoog, het komt in ons voorstel allemaal bijeen.
Het plan is nu om met het Terracotta Park seminars en workshops te ontwikkelen voor mensen van buitenaf. Mensen die stil willen staan bij wat de grondbeginselen van deze oude cultuur hen te bieden heeft en ervaring op te doen met het gevoel van verbonden zijn met de aarde.
De schopschijf waarop de keramist zijn potten draait, laat hierbij een oeroude wijsheid zien: de handen tasten de natte klei af, de ogen zijn gericht op het centrum waaruit de vorm zich aftekent, de aandacht is volledig geconcentreerd.
Het wordt tijd dat ambacht en publiek elkaar weer serieus leren nemen.
Alle begin start als een glinsterend beekje dat krinkelend zich een weg zoekt. Water dat steen slijpt en neerlegt als klei aan weerzij langs haar flanken. Om als rivier uit te monden in zee. De beauty ligt in de omgang met het spanningsvolle verschil.
We keren vast weer terug naar Việt Nam.
