Workheart » workheart https://oud.workheart.nl Gewaagd en afgewogen Thu, 31 Dec 2020 16:38:46 +0000 nl-NL hourly 1 http://wordpress.org/?v=3.5.1 Loos Alarm # 74 Openbarstig weerbaar https://oud.workheart.nl/2020/09/loos-alarm-74-openbarstig-weerbaar/ https://oud.workheart.nl/2020/09/loos-alarm-74-openbarstig-weerbaar/#comments Mon, 07 Sep 2020 09:10:24 +0000 workheart https://oud.workheart.nl/?p=11182 Lees verder ]]> Ploegje

Wonderlijk hoe gebeurtenissen zich aaneenrijgen, symbolen ineens weer opduiken, verband krijgen of een nieuwe betekenis.
Of is het dat je die eraan geeft?
Ik zou ‘t niet weten. Behalve dan dat ik ervaar dat het gebeurt voor je ‘t weet.

Het overkwam me voor ik er erg in had. Het komt gewoon op. Een heel klein tekeningetje uit een oude encyclopedie van een verroeste ploeg. De ploegschaar uit Openbarstig weerbaar. Ineens was het beeld daar weer .. een heel klein logootje dat Bas van Damme inbracht in een gezamenlijke installatie in de Koornmarktspoort. Dertien jaar geleden. Nu deed het daar van binnen z’n werk.
Ik stond achter katheder II die Bert uit de opslag had getrokken voor de opening van Hoogtij.
M’n openingspraatje ontstaat altijd ter plekke, woorden gaan stromen in contact. Wat je op zo’n moment zegt, roept zich tevoorschijn. Gewoon omdat ze in die gemeenschappelijke aandacht terecht willen komen. Alleen die afstemming woelt de woorden al op. het praatje vindt plaats, komt terecht en resoneert ergens in de genodigden.
Ik wist dat ik een gedicht van Bernlef zou voordragen en dat deed ik dus:

………………..Schittering

………………..Verlegen maakt iemand
………………..op zijn mooist, siert hem
………………..van binnen

………………..Verstrikt in aarzelingen
………………..houdt hij het schichtig
………………..voor gezien

………………..Trekt hij van twijfel of
………………..is het inspanning zijn
………………..hand niet te laten vangen
………………..door gebaar, zijn mond door woord?

………………..Door afwezigheid
………………..schittert hij even

………………..Dan kiest hij opnieuw zijn naam
………………..en stelt zich handenschuddend voor

Niemand heeft ‘t ploegje gezien, dat daar in me begon te werken, maar ineens kreeg ik het over ‘dood gaan’, ‘je door de grond voelen zakken terwijl je rechtop staat’.
En toen over vallende kwartjes die de aanleiding vormden voor dit grootscheeps project dat nu start in de Toonzaal.
Hoogtij is niet niks. Een project van misschien wel een heel jaar lang. Elk weekend twee kunstenaars die broeden laten ontstaan. Het zijn er inmiddels bijna vijftig die meedoen. Zo natuurlijk als kunst haar gang kan gaan.
Hoogtij komt voort vanuit een breed gevoelde behoefte onder Kamper kunstenaars naar een beter kunstklimaat. Zo werd Hoogtij 2.0 in het leven geroepen. Ze komen ‘in het veld’ bij elkaar.

Het lijkt maar zo dat de stad er niet meeteen op zit te wachten. Mensen die nooit kunst kijken, komen nu gewoon binnen. Alsof t de normaalste zaak van de wereld is. En waar t allemaal over gaat als ze met elkaar kijken en praten. De tongen komen los. Maar heel anders dan ze gewend zijn. Ter plekke wordt het veld omgeploegd. We voelen de kanteling al van de grond, de voedingsbodem, de volksaard.
Hoe ‘t ontstaat. Ze staan schouder aan schouder opzij van een werk. En dan gebeurt het onwillekeurig. Ze hebben ‘t zelf niet eens door.
Maar blij dat ze kijken als ze weggaan, pas dan zie je hun ogen.

Een van de kunstenaars mocht vanwege het bekende euvel waar we allemaal mee kampen, niet komen.
We verzonnen er iets op, zagen ‘t voor ons gebeuren hoe ze er vorm aan gaf:.

………………..Een diepe zucht
………………..Ze weet niet wat ze doen zal
………………..dan krast ze wat
………………..met een balpen op een blaadje

………………..Er komen allemaal gezichten uit

………………..Ze laat het aan me zien
………………..balpenblauwe wolken
………………..kijken haar aan
………………..En nu mij

Een kwestie van digitaal sturen en printen. We hingen ‘t blaadje niet op maar staken ‘t in de catalogus. Daar valt t op en krijgt het aandacht, alsof de katern zelf weer openvalt.

Wat om er ons heen gebeurt gaat dat buiten ons om? Wat je gebeurt, gaat dat buiten je om?
Hier gaat ‘t door je heen, als je er echt contact mee maakt. Zo ontstaan er verbanden, vallen de kwartjes en poppen ideeën op.

Wonderlijk, een burgemeester die nog net even na sluitingstijd langs wipt? Zo gaat dat in Kampen Zo ontstaan en gebeuren die dingen. Ze gaan hun gang.
Gewoon maar zo.

Ploegschaar

Bernlef in: ‘Winterwegen’ uitg. Querido A’dam 1983

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/09/loos-alarm-74-openbarstig-weerbaar/feed/ 0
Loos Alarm # 73.3 relatieruimte: rijpen de tijd https://oud.workheart.nl/2020/05/loos-alarm-73-3-relatieruimte-rijpen-de-tijd/ https://oud.workheart.nl/2020/05/loos-alarm-73-3-relatieruimte-rijpen-de-tijd/#comments Mon, 04 May 2020 08:31:34 +0000 workheart https://oud.workheart.nl/?p=10504 Lees verder ]]> Blogbanner73-3

…………………………………..Hallo, ik ben Johan. Ik maak kunst (En daar gaat het overKLIK HIER

Gans op nest. Na weet ik hoeveel dagen rondzwemmen en gescharrel in het riet, zijn ze er eindelijk uit. Hun keus? Vlak voor onze deur.
Hoe ze d’r op komen die twee! Voor ons een raadsel voor hen een weet? ‘t Is of de duvel ermee speelt .. net nu we gasten hebben!
De eerste dagen lopen we als houten klazen langs onze nieuwe buurvrouw. Zij slaat dan onmiddellijk op de vlucht. Razend en tierend, nagenoeg tegelijk met haar man een eindje verderop. Wie ‘t eerst is maakt niet uit: Scheldend scheren ze over ons heen: ‘wegwezen hier!’.
Tegen wie hebben ze ‘t eigenlijk? Tegen zichzelf, tegen elkaar of ons? Geen idee. En oh ja, natuurlijk, daar dwarrelen ook de donsveertjes alweer op uit het nest. Vederlicht.
Zo zorgvuldig als ze waren opgespaard, nu drijven ze doelloos op ‘t water .. Het is dat ik in hun gesnater de klank van een saxofoon hoor en er wat muziek van kan maken. Dat kalmeert wat. Maar als ze lang wegblijven. is t onze beurt om onrustig te worden. Die stilte ineens.
Steeds herhaalt zich datzelfde gedoe, zo vlak langs de steiger. ‘Ganzen horen in de pan’, zeggen we dan.
Ondertussen komt er wel elke dag een ei bij.

Hèhè, vandaag komt moeder gans toch echt aan broeden toe. Tijdens de loei van de sirene rekte ze nog even haar nek. Maar haar oogjes stonden al op half.
Nu laat ze zich niet meer van de wijs brengen. Volkomen stil in meditatie. Ze zal pas weer in de war en de weer raken als haar eieren zijn uitgebroed.
Het dazzle-painted verendek camoufleert haar feilloos in het nog oude riet van vorig jaar.
Een lange geeuw van tijd tussen nu en dan, met beide snavelhelften op elkaar. Nu is het tijd voor het jonge riet om uit te botten. Groener en groener.
Straks komt er om de twee uur een ei uit. Dan spant het er even om. Als de ene jong begint te zwemmen, zit de volgende nog op de rand van het nest, steekt het daarop volgend kuiken juist zijn snavel door de schaal en ligt de laatste nog onverstoord te rijpen onder de vleugels van z’n moeder. Warmte die het nog goed gebruiken kan. Als er op dat moment maar geen roofvogels in de buurt zijn.
Zouden ze daarom zo vlak bij de deur ..?

Ik schreef al eerder eens een blog over die ‘bijna theatrale’ spel-werkelijkheid: De vos en de broedende vogel. Bij die gelegenheid lijkt de vogel als prooidier in het nauw gedreven. En broedt op haar mogelijkheden bij de keuze tussen meerdere ‘kwaden’. Hoe te kiezen voor voortzetting van je leven, terwijl je ondertussen nieuw leven uitbroedt? Een duivelse dilemma-keus die aanleiding vindt buiten haar om.
Het lijkt op schrikken, schikken of stikken in de speelruimte die hen ter beschikking staat. Of op de vlucht.
Hier overwint de gans haar angst voor de mens en zet die winst slim in voor haar zeker niet ongegronde stress. Ze heeft er de ‘handen’ vol genoeg aan. Het was even stressen maar dan heb je ook wat. De komende periode van broeden en uitkomen, spant het ‘erom’. Nu benut ze de relatie die ze met ons heeft ontwikkeld als ruimte die we delen. De relatieruimte die gelegenheid biedt. Binnen haar eigen voorwaarden.

drift drijven gedreven bedreven Die gans gaat heel slim om met wat in haar natuur ligt, vanuit haar vanzelfsprekende drang. Wij leven in vrede samen met de gans. Het lijkt wel of we kunnen zien of haar aandacht naar buiten gericht is of naar binnen gekeerd. En hoe we kijken is niet alleen projectie. Het lijkt of we haar gelegenheden en mogelijkheden kunnen invoelen en voorstellen. Dat vermogen heeft zich door lange aanwezigheid en onwillekeurig kijken ontwikkeld. Datzelfde geldt vermoedelijk ook voor de ganzen. Ze kennen ons langer dan vandaag.
En ja hoor .. komt er een reiger te dichtbij, dan kan de gans op ons rekenen: Sodemieter op hier! Het beest schrikt, de gans niet. ‘Rrrraaaakkk‘, scheldt ie terug maar gaat op de wieken. Zo mooi als ‘ie dat doet. Eigenlijk veel mooier en trager dan een gans. Maar onze keus is bepaald nu: Weg wezen jij.
Met de ochtendjas wijd uitgespreid speel ik voor potloodventer. Hii haaa. Dat zal ‘m leren.

Ganzen gakken maar zijn zo gek nog niet. En zeker niet dom. Ze kunnen zwemmen, lopen én vliegen. En dat alles met gebruik van de mogelijkheden in hun eigen lijf. Ze weten heel zorgvuldig met tijd en ruimte om te gaan. En met hun eigen energie! Het lijkt erop dat in hun werkelijkheid alles even dynamisch als betrekkelijk is en met alles samenhangt. En dat ieder moment erop aankomt. Zeker in de eerste uren dat de pullen zich uit het ei pikken, over de nestrand rommelen en de omgeving verkennen. Die periode wordt ‘tijdvenster’ genoemd die voor ‘inprenting’ noodzakelijk is. Daarin maken ze kennis met de ouders en verkennen ze de nieuwe randvoorwaarden en leren ze hun soortgenoten kennen. Vervolgens vliegen mee, als de groep opvliegt, leren ze feilloos afstemmen in de vlucht .
Dat wat als vanuit zichzelf overkomt te doen en dat wat ingeprent wordt de invloeden die ze vanzelf toelaten, waarvoor ze vechten vluchten zich aan overgeven, in verstijven,
Fysiek ontwikkelen doen ze vanuit zichzelf: uit het ei pikken, ademen opkrabbelen rondzwemmen.. Hun machientje doet het gewoon en ontwikkelt met hun ontwikkeling mee.

Zorgvuldig tijd en ruimte delen is zorgvuldig dealen met je energie en de energie die de relatieruimte toestaat.

…………………………………….Soms lijkt het
…………………………………….alsof we ons

…………………………………….middenin
…………………………………….het feest bevinden

…………………………………….en toch

…………………………………….in het midden van het feest

…………………………………….is er niemand
…………………………………….in het midden van het feest
…………………………………….is de leegte
…………………………………….maar te midden van de leegte

…………………………………….is er een ander feest.

Kijken zij net zo vreemd op van ons, als wij van hen? Mensen hebben er in ieder geval een mogelijkheid bij: zichzelf afvragen, verbaasd staan. eigen reacties en optreden afwegen. We kunnen er gelegenheid voor maken. En tijd. Wat een vrijheid vergeleken met zo’n ogenblikkelijk bevroren moment waarin een gans tot vechten of vluchten overgaat. Een langgerekte periode die we ons kunnen veroorloven voor reflectie, projectie, introspectie. Voor waarneming tussen vermoeden en bevroeden in. Voor broeden dus.
Tijd nemen is tijd de tijd geven. Ook voor broeden op het broeden zelf.

Deze dagen ontbijten we in de stralende zon met de dromende gans vijf meter verderop. Starend naar elkaar, doordrongen van elkaars aanwezigheid in de klaarlichte dag om ons heen. Stipjes op de aardbol, omgeven door een atmosfeer die in jaren niet zo schoon is geweest. Elk etmaal, een draaiend halfrond lang. De dampkring waarin we verkeren en daaromheen een uitspansel van eeuwigheid. Totaal omgeven .. nou ja, zo kan ‘ie wel weer Douwe .. nee ik meen ‘t: die intieme geborgenheid en overwhelming oneindigheid ineen!
Wat doen we hier? Hoe komen we hier terecht in die onmetelijkheid van tijd en ruimte? Die onvervulde klaarheid waarin ik adem, met al m’n zintuigen op scherp in dat waanzinnig zinsbegoochelend wonder van kabbelend water, de miljarden schitteringen die steeds opnieuw uitdoven in een soort zinloos geschater dat vanuit ieders perspectief totaal verschillend opklinkt.

Ik weet dat ik lig te kauwen op een woord dat uitspansel heet. En dat ik niet weet wat ik aanmoet met al die eeuwigheid nu. De gekte alleen al, die je tegenkomt als je met je aandacht voorbij de lichtsnelheid probeert te komen. Bevangen in een wereldomspannend vlies dat ons van dit uitspansel onderscheidt. Bevangen door een pandemie, die bij herhaling ‘flatten the curve – boodschap’ waarin dat overweldigende besef ontwaakt voor wat exponentiële ontwikkeling heet. En waarvan ik zeker weet dat we dat besef ons eigen moeten maken willen we als soort voortbestaan. Die alsmaar herhaalde opdracht voor ‘social distancing’ die enorme gelegenheid ‘relatieruimte’. Waarin we niet gewend zijn te denken maar wel aan moeten, om door te krijgen .. wat .. ja wat eigenlijk?
‘Droomkoninkje’ noemden ze mij vroeger.
Al vroeg werden mijn dromen ingeprent met een geloof dat ook nog ‘een zeker weten’ heette te zijn.

Volgens Foucault brengt de droom niet onze gebondenheid aan menselijke ‘driften, verborgen mechanismen en onmenselijke raderwerken’ aan het licht, maar juist onze oorspronkelijke vrijheid. ln de droom is immers onze geest niet gebonden aan de beperkingen van de werkelijkheid? We kunnen er iedereen ontmoeten, levenden en doden. We kunnen erin doen wat kan en niet kan. En erin doen wat we niet laten kunnen. Wat je uiteindelijk droomt, zegt dus van alles over wat jij van je bestaan maakt of maken kan. De potentie erin.

‘Een droom die je alleen droomt, is maar een droom. Een droom die je samen droomt, is werkelijkheid.’ herinneren John Lennon en Yōko Ono zich op 5 December 1980, drie dagen voor Lennons dood. Of je nou vrijwillig uit je droom ontwaakt of de werkelijkheid jou uit de droom helpt; de werking van een ervaren werkelijkheid vraagt je te realiseren wat je (je) realiseert. Een wederkerig iets, dat in wisselwerking met jezelf en je omgeving ontstaat, een plaats vindt en zichzelf de tijd neemt. Voor zover we ons in tijd/ruimte denken: relatieruimte
Alles wat in je droom aan geloof is bijgebracht, moet je zien kwijt te raken, voor zover je jezelf er niet in kan verstaan. Zelf moet ik nog steeds door heel wat gewetensvolle lagen ploegen, om in mijn oorsprong mijn natuurlijke oersprong te beluisteren. ‘t is broeden geblazen.

Toegegeven: Het dagelijks leven vormt een behoorlijk weerbarstige praktijk. Broeden waarvoor? In doelgericht vaarwater is het lastig tobbedansen.
Maar stel een periode voor om deze vaardigheden te ontwikkelen .. is dat niet nu? Er kan echter een grote misvatting bij insluipen. Namelijk dat het om zelfbeheersing draait waar wilskracht aan te pas komt. Wilskracht is echter een mooie maar beperkte hulpbron .. ze neemt af bij vermoeidheid en stress .. juist als je haar nodig hebt, laat ze ‘t afweten.
In aandacht kan je laten gebeuren, laten ontstaan, laten ontwaken .. wat een wonderlijk woord eigenlijk .. ontwaken. Hoe gaat dat wakker worden?
Het zijn maar woorden: social distancing .. flatten the curve .. quality time .. huidhonger hoorde ik laatst. Laten we er relatieruimte van maken.

Inmiddels is het de vrijdag voor het komend Loos Alarm. Bij het opstaan vanmorgen, zwemt het ganzenpaar met vijf jongen voorbij. De ouders hebben de kop geheven. Je zou er trots in kunnen zien, maar zij speuren de lucht af. Het blijven prooidieren: roofvogels moeten we niet hebben. De jongen leren volgen. Eigenheimers … Straks lossen ze op een de grote vlucht.

Potloodventer bewerkt-vierkant-ged.transparant

VOETNOTEN:
Banner: televisie als meditatieve kunst - Nam June Paik, TV-Buddha, 1974. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam
TIP: in verband met de tijdelijke sluiting van het museum is er een virtuele “Live tour” van de rondreizende tentoonstelling van Nam June Paik: The future is Now

Ik wil jouw veel af laten weten van mijn kunst
Soms moet je er meer over vertellen over dan je lief is
Ik vertel over video en muziek (belangrijk)
Surround video system sound Johan Kuipers
Johan Kuipers | Er gaat iets veranderen
Johan Kuipers | Reflectie op ‘Mijn Manier van Kunst Maken
Johan Kuipers | Reflectie op ‘Ik Maak Kunst (en daar gaat het over’)
TIP: Ook Johan Kuipers verzorgt een virtuele rondleiding in verband met de tijdelijke sluiting van het Langhuis – Zwolle over zijn tentoonstelling daar.

‘Tijdvenster’ als randvoorwaarde voor ‘inprenting’: het leerproces waarbij vroege sociale interacties een grote rol spelen bij de ontwikkeling van gedrag. Het beroemdste voorbeeld is dat van de ganzen van Konrad Lorenz, de Oostenrijkse etholoog, die samen met Niko Tinbergen een Nobelprijs ontving. Lorenz was een groot voorstander en verdediger van observationeel onderzoek en het analyseren van gedrag op basis van deze observaties. Een voorbeeld: Jonge ganzen die net uit het ei komen volgen automatisch hun moeder. Het blijkt dat de jongen een kritische bindingsperiode hebben, waarin zij het eerste wat zich op bepaalde manier beweegt als hun moeder zien, accepteren en achternalopen. Dat kan een lange stok zijn met een doek eraan geknoopt. Ze liepen achter iedereen aan die de stok vast had. Lorenz experimenteerde voor het eerst met dit gegeven in 1935. Het toonde dat jonge ganzen instinctief volggedrag vertonen op het eerste voorwerp dat in hun gezichtsveld komt na de geboorte, ook wel inprenting genoemd. Voor inprenting is er meestal sprake van een ‘tijdvenster’, dat ligt bij de gans tussen het dertiende en het zestiende uur na het verlaten van het ei. (Daarna neemt die gevoeligheid af en met tweeëndertig uur is ze nagenoeg volledig verdwenen). Dan is verdere inprenting van gedrag onmogelijk of moeilijk. Lorenz werd bekend door zijn boek “Er redete mit dem Vieh, den Vögeln und den Fischen”, door Hans Warren vertaald als “Ik sprak met viervoeters, vogels en vissen”.

Inprenting is het leerproces waarbij vroege sociale interacties een grote rol spelen bij de ontwikkeling van het gedrag. Het beroemdste voorbeeld is dat van de ganzen van de Oostenrijkse etholoogKonrad Lorenz. Gedrag en Wetenschap – Inprenting TELEAC teleac-filmpje waarin je Lorenz ziet zwemmen met zijn ganzenjongen op de rug Een tijdsbestek van 18 uur, is ‘t gepiept zeg maar.

Roberto Juarroz een van zijn vele gedichten in Poesia Vertical. Createspace Independent Publishing Platform, 2001. Vertaling Mary Crow en Ellen Deckwitz

Op een gegeven moment is kunstenaar Linda Molenaar gefascineerd door de kip en verdiept ze zich op een gans eigen manier in het dier: zij wordt zelf kip. Er zwerft van alles aan motieven maar een daarvan is: de kennis verrassen: dat mensen zeggen dat kan niet en dat ’t dan toch wel kan. Zo zit ze zes weken lang op de bank met een broedbuidel op haar buik en broedt zie Octavio uit, een Silver Sebright krielkip. Het broed- en geboorteproces legde ze vast op foto en video. In een performance zit de kunstenares in een verenpak en met een hanenkam op als een kip op stok. Ze presenteert de broedbuidel, een miskraam op sterk water, foto’s, video, kippenpakken en de kip Octavio die na overlijden is opgezet. Het verhaal dat nog veel verder gaat, geeft aan waar je met je eigen spelwerkelijkheid in terecht kan komen. Bloedinteressant om te volgen en je eigen perceptie in na te gaan.

‘De droom is de drager van de diepste menselijke betekenissen, doordat hij de oorspronkelijke vrijheid van de mens aan het licht brengt.’ schrijft Michel Foucault in de inleiding bij Ludwig Binswanger, Traum und Existenz (1954) Filosofiekalender 2020

“A dream you dream alone is only a dream. A dream you dream together is reality.” A line written by Ono many years before, and quoted by Lennon in December 1980 in All We Are Saying : The Last Major Interview with John Lennon and Yoko Ono (2000) by John Lennon, Yōko Ono, David Sheff, p. 16.

Elke Wiss (34), praktisch filosoof, in een NRC interview: ‘We vragen zoals we ademhalen, te snel en te oppervlakkig’ en stelt daarbij: ‘te veel begrip en empathie zit een gesprek alleen maar in de weg.’ en ‘Het maakt niet uit als je iets niet weet. Als je maar de goeie vragen stelt.’ Daarover zal het volgende blog gaan. Over relatieruimte en vragen ..

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/05/loos-alarm-73-3-relatieruimte-rijpen-de-tijd/feed/ 0
Loos Alarm # 73.2 relatieruimte: tijd zal het leren https://oud.workheart.nl/2020/04/loos-alarm-73-2-relatieruimte-tijd-zal-het-leren/ https://oud.workheart.nl/2020/04/loos-alarm-73-2-relatieruimte-tijd-zal-het-leren/#comments Fri, 10 Apr 2020 13:16:36 +0000 workheart https://oud.workheart.nl/?p=10432 Lees verder ]]> workheart-Blog#73-Mens-erger-je-niet-spelbord

……………………..Niet mijn lichaam, maar ik lach en ween om een bepaalde reden, “om iets“‘

Ik liep weer ‘s over de brug. Bijna dagelijks doe ik dat en ik schrijf er vaak over. Want op dat plekje is altijd wel iets om even stil te staan bij wat me passeert. Meestal lopen er meer mensen. Of ze staan, net als ik, te wachten op een schip dat erdoor moet. Daar is alle gelegenheid voor. Er zijn prachtige wachtbalkons aan weerskant van de ‘hef’ zoals dat heet. Bij geheven brug zijn we allemaal passanten op de brugwachter na.
Maar die zit onzichtbaar in een huisje achter spiegelend glas.
Zelf varen we er ook wel eens onderdoor met ons schip. Op die plek kan ik me dus in beide situaties verplaatsen. En in beide posities. Zeker als ik in het water staar, voel ik de flow van dat passeren: “Kom maar door ‘Hester”, hoor ik de marifoon dan roepen. Dan gaat de motor (een oude “Industrie”) op volle kracht vooruit, want “de brug wordt laat, doch snel geheven“. Zo staat het in de wateralmanak. En zo is het.

Maar goed het zijn andere tijden zoals iedereen weet. Schepen varen er nog volop maar mensen kom ik maar zelden tegen. De voetgangersgedeelten op de brug zijn krap 1½ meter breed. Dus zijn er borden geplaatst die ook dat lopend verkeer regelen:’ voetgangers oversteken’ Zo hebben beide richtingen hebben nu een eigen kant van de brug. De borden wijzen je welke zijde dat is.
In mijn geval wordt dat, als ik van huis naar werk ga, vier maal oversteken. Waarvan drie maal een zebrapad.
Natuurlijk kan je ook de eigen kant nemen als er niemand over de brug loopt, overweeg ik bij mezelf. Maar dat is tegen de aangegeven richting in en onderweg kan er alsnog iemand de brug betreden. Dan nog geen man overboord, want de wachtbalkons geven immers uitwijkmogelijkheid.
Nog aangenaam ook. Even staren in het water is alleen maar fijn en zo hinder ik niemand. Vanaf daar kan ik het verdere verloop wel inschatten.
Dus wat denk je dat ik kies? Ik weet wat ik doe, maar besef heel goed dat ik m’n gewoonte volg: Daar gaat ‘ie.

Natuurlijk komt het moment een keer .. ik heb m’n eerst paar stappen nog niet gezet of daar loopt aan de overkant ook iemand de brug op. Hij ziet mij ook,
zo blijkt, want vanaf de eerste stap begint hij te klagen. Van verre overbrugt zijn jammerende stem zo’n 200 meter stilte die op het water weerkaatst.
“Maar meneer, waarom doet u dat, gaat u toch aan de kant, u mag hier niet lopen, het staat toch duidelijk aangegeven met borden, waarom doet u dat? enz.
Hoe dichterbij hij komt hoe meer het geluid aanzwelt. Zijn stem klinkt geschoold, hij zingt vast in een kerkkoor.
Met de hele hef nog bij elkaar vandaan, loop ik ‘t wachtbalkon op. Terwijl hij passeert kijken we elkaar aan. Verlegen met de situatie voel ik een schaapachtige lach over mijn gezicht trekken die ik een vriendelijke plooi rek. De man kijkt even verlegen terug, zeker niet verwijtend. Maar zijn longen blijven lamenteren tot hij de brug af is. Het lijkt wel een litanie.

Eenmaal alllebei aan onze eigen overkant, sterft zijn gezang uit. In de steeg nu tegenover mij zit een agent op een motorfiets. De helm en het gele pak eronder laten niet zien of er een man of vrouw in huist. Zit er wel iemand in? Ja want het spiegelende vizier volgt mijn gang stil en aandachtig. Maar dat kan ook een robot zijn met een camera. Nee toch niet.. Het pakket maatregelen trapt heel menselijk de motor aan, draait het stuur en het geheel stuift weg en verscheurt de stilte aan de kade. De gevels ketsen het lawaai de IJssel over. En dan is er even helemaal niets.
Ik hoor dat ik op schoenen met leren zolen loop.
De soundscape hangt nog lang tussen mijn oren die dag.

Naast het virus is ook de controle over het virus een obsessie geworden. Ze nestelen zich in ieders geest, ook al blijft je lijf van infectie gespaard.
Ik zoek wat mij daarin fascineert. Een soort hyperconcentratie: wat speelt er toch, hoe beluister ik dat? Ik zoek naar wat erin opleeft of uitdoven mag.
Waar ik inmiddels wel achter ben, is dat wat er gebeurt, onze levensstijl aftast. En dat het de angst voor onze ervaring van kwetsbaarheid blootlegt

……………………..Don’t it always seem to go
……………………..that you don’t know what you’ve got
……………………..till it’s gone?
……………………..They paved paradise
……………………..and put up a parking lot. zong Joni Mitchel 50 jaar terug

Verkeersregels op straat. Op de markt dwingen vakken tot afstand houden van elkaar.
Overal op de wereld wordt dit ‘social distancing’ genoemd. Maar gaat het niet eerder om ‘physical distancing’?
“Laten we het vermijden van fysiek contact niet verwarren met het vermijden van sociaal contact“, schrijven een aantal wetenschappers verenigd in SCOOP. “Psychologisch onderzoek laat zien welke gevaren het eigenlijke ‘social distancing’ heeft. Wie niet verbonden is met anderen, kan minder goed met stress omgaan en wordt letterlijk ziek. De meetbare invloed op de lichamelijke gezondheid blijkt uit de effecten op het immuunsysteem, hart- en vaatziekten, en voortijdig overlijden. Sociaal contact is dus niet het probleem, maar onderdeel van de oplossing. De uitdaging is daarom het gevoel van verbondenheid te blijven aanspreken, ook als ons wordt gevraagd elkaar niet meer op te zoeken, alleen thuis te blijven, of ons zelfs thuis in aparte ruimtes terug te trekken”.
Ik ben blij met de zorgvuldige benadering van SCOOP in die wonderlijke spagaat aan beleving en verwoording.

Ik probeer er ook zelf woorden bij te vinden. Omdat ik denk in taal en beeld maar energetisch leer, moet ik het hebben van wat ik opdoe aan ervaring.
Daarbij is letterlijk alles informatie. De indrukken waaien als het ware door me heen en dienen gefilterd naar zinvol. Om die reden gebruik ik naast begrippen als ‘social- and physical distancing’ liever het woord ‘relatieruimte’. En zie ik die ruimte liever als een gezamenlijke ‘spelwerkelijkheid’.

‘Relatieruimte’ en ‘spelwerkelijkheid’ zijn beide betrekkelijke begrippen. Ze hebben wat mij betreft te maken met de werking die ik als mens ervaar en de mogelijkheden die ik erin kan ontwikkelen. Allebei representeren ze een dynamiek waaronder menselijke patronen schuilgaan. Ze zijn (het woord zegt ‘t al) ons de baas. Die gedragspatronen komen we als gewenning tegen. Nu we daar nieuws op moeten verzinnen vragen juist die gedragspatronen vragen om een soort waakse kalmte en kalme waaksheid.
Een geconcentreerde aandacht die er ook voor zorgt, dat ik me wat vrijheid begin te permitteren hier en daar.

Zo beschouw ik de situatie bij de brug inmiddels maar als een bordspel. En raad ‘s wat? Iedere keer werp ik bij het kruispunt 4 of meer!
Dus mag ik telkens alle drie zebra’s overslaan en gelijk oversteken.
Nou is er aan die kant van de brug maar één balkon, want de andere uitbouw is gereserveerd voor het brugwachtershuisje.. Tsja, als de hef dan open gaat, en andere mensen doen zoals ik hiervoor nog deed, dan komen we elkaar tegen. En ja hoor, daar staan er wat. Samen dringen ze voor de slagboom en als die open gaat, lopen ze met elkaar de hef op. Ik merk dat ik me spontaan van hen afdraai. Ik buig over de reling en spuug in het diepe water beneden.
Dat werkt. Ze hebben meteen door wat ik bedoel, maken een lange rij en lopen ruggelings langs het glas. En in ‘t voorbijgaan excuseren ze zich.
Ik groet ik ze na: “bedankt! Fijne dag nog”.

Mensen zijn bang en angst voedt onze onderliggende patronen. In al hun “hoedanigheden” zeg maar. Zelf kom ik erop uit dat angst mij naast waaks, ook benieuwd maakt. Angst verbindt ons in de onderlinge gewoontes die we met elkaar ontwikkeld hebben. Die kan je dus niet in je eentje bijstellen.
We houden ze met elkaar in evenwicht. Als jij bang bent raak ik ‘als vanzelf’ benieuwd, om maar bij m’n voorbeeld te blijven.
Als zo’n gezamenlijk patroon ons de baas is en .. niet bevalt, kunnen we -elkaar geleidend – wel helder krijgen waar ‘t aan weerskant om draait en dat ontwikkelen naar iets veel aangenamers. Dat lijkt mij nou net de krachttour die we doormaken. Zouden we daarmee onze spelwerkelijkheid kunnen veranderen? Onze relatieruimte zo benutten, wat wat we erin via elkaar meemaken, gebruiken om er met elkaar uit te komen. Naast de gezamenlijke verantwoordelijkheid om te overleven, kunnen we dan ook de kwaliteit van leven zelf oprekken.
‘Ik ben benieuwd’ werkt altijd beter als ‘het zal mij benieuwen’ of ‘mij benauwen’.
Gelukkig lijkt het erop dat de sfeer momenteel meer is ingesteld op wat ons toekomt, dan angstvallig betrokken is op wat er op ons afstevent.

Je kan met angst alle kanten op. In het geval van zonet zouden excuses omdat men zich niet aan een (maat)regel houdt, niet het slot maar het begin kunnen vormen van onderzoek naar relatieruimte. En zo een veranderde spelwerkelijkheid opleveren. Het vraagt superconcentratie om die in contact waar te maken. Daarom zie ik de broedplaats van droomplek tot realisatie te komen en het sociaal contact als ruimte om van elkaars verschillen gebruik te maken.
Als we dan toch iets op spanning zetten, laten dat dan de begrippen ‘social distancing’ en ‘relatieruimte’ zijn.

Met dat de tekst ‘wat oefen jij?’ in vorige blog verscheen, kregen we dit gedicht van een van de kunstenaars die dat weekend exposeren zou.
Het hangt nu voor het raam van de Toonzaal in de erker van Huize Maria:

Gedicht Noël Haile  VOETNOTEN:

Helmuth Plessner in Lachen und weinen (1941) Deze filosofische stelling van Plessner is gekozen en beschreven door Jan Dirk Snel op 5 april van de filosofie scheurkalender 2020. “in het lachen wordt de beheerste verhouding tot het lichaam verbroken, in het wenen daarentegen geeft de mens zichzelf over’. Volgens Plessner zijn het twee typisch menselijke uitingen die elkaars tegenpolen zijn. Ze lijken veel op elkaar , maar is is ook een verschil. Je schiet spontaan in de lach. Het lachen overvalt je. Iets lacht in je . Het wenen of huilen daarentegen is ook een antwoord maar het wordt innerlijk voorbereid. In het wenen geeft een mens zich over. Hij capituleert. In beide gevallen gaat het om een verlies aan beheersing , maar de wijze waarop die tot stand komt is tegengesteld. Uiterlijk versus innerlijk. Het interessante aan deze twee menselijke uitingsvormen vond Plessner dat ze zo lichamelijk zijn, terwijl het tegelijk om twee bij uitstek menselijke mogelijkheden gaat. De ondoorzichtige wijze waarop de mens zich in het lachen uit, moet volgens Plessner begrepen worden uit de verhouding van de gehele mens tot zijn lichaam. Lachen und Weinen. Eine Untersuchung nach den Grenzen menschlichen Verhaltens (Bern: Francke, 1941. Frankfurt am Main: Fischer, 1970, 4. Auflage). [Gesammelte Schriften, Bd. 7.] Lachen en wenen, Utrecht: Het Spectrum, 1965

3. Een onderzoek, uitgevoerd aan de Stanford University. Bekijk het! Met eigen ogen zien hoe die modellen uitpakken? Hier kun je in grafieken zien wat er gebeurt als de social distancing-maatregelen na kortere of langere tijd worden losgelaten, wat er gebeurt als we ze langdurig omarmen en wat er gebeurt als we de maatregelen afwisselend versoepelen en verscherpen.

SCOOP (Sustainable  COOPeration) is een consortium van experts uit verschillende vakgebieden, die zich hebben verenigd om vragen rond duurzame samenwerking te beantwoorden. Zij doen wetenschappelijk onderzoek, en vertalen hun bevindingen naar de praktijk. In columns o.a. snijden ze op persoonlijke titel onderwerpen aan die van belang zijn voor het realiseren van duurzame samenwerking op verschillende terreinen. SCOOP is een gezamenlijk initiatief van de RUG (Strategic Theme Sustainable Society) en de UvU (Strategic Theme Institutions for Open Societies), en betrekt ook onderzoekers van de VU, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Radboud Universiteit Nijmegen. In Wetenschapsvisie 2025 van het Ministerie van Onderwijs (2014, p. 19) prijst men SCOOP als “voorbeeld van kruisbestuiving tussen disciplines”

Joni Mitchell- Big Yellow Taxi

Bovenstaand gedicht is van Noël Haile. Samen met Tonda Zuidema vormt hij het jongste kunstenaarsduo dat tijdens Hoogtij 2.0 werk zal experimenteren en presenteren.

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/04/loos-alarm-73-2-relatieruimte-tijd-zal-het-leren/feed/ 0
Loos Alarm # 73.1 Relatieruimte https://oud.workheart.nl/2020/04/loos-alarm-73-1-relatieruimte/ https://oud.workheart.nl/2020/04/loos-alarm-73-1-relatieruimte/#comments Mon, 06 Apr 2020 08:45:02 +0000 workheart https://oud.workheart.nl/?p=10452 Lees verder ]]> Mens-erger-je-niet-combibanner-bewerken-3

……………………………‘Kom me niet aan met wijsheid die niet huilt, filosofie die niet lacht en grootsheid die niet buigt voor kinderen.’ ¹

Ik heb makkelijk praten. Ik heb geluk met onze woon- en werkplek aan weerskanten van de rivier. Er is altijd een overkant, een stroom ertussen en een brug eroverheen. Een brug met gouden wielen nog wel. Ik ben een koningskind. Niks dramatisch aan. En we zijn het met z’n drieën hier, daar, waar dan ook.
Ik hoef het water maar over te steken en mijn perspectief verschuift 180⁰. Onderweg veranderen de invalshoeken naar believen.
Waar ik maar kijk, wat ik ook zie en hoe ook ervaar. Met dat ik ruimte voel, ben ik in staat me als een passerpunt te concentreren op wat zich afspeelt om me heen. ‘s Nachts kan ik de maan zien klimmen en dalen tot ze oplost in het daglicht aan de kim. Dan begint de zon aan haar klim.
En als die ondergaat, vormt het stadsfont een lineaal waarlangs haar schijnsel zich beweegt. Heen en weer, een periode lang tussen midwinter en midzomer.
De afstand tussen Bovenhaven hier tegenover en de Buitenhaven verderop. Tijd en ruimte in hun onmetelijkheid. Ik ben een geluksvogel ik weet het.
Ik heb er wel eens vaker over geschreven toen ik bedlegerig was.

Dat was in de winter, meer dan een jaar geleden alweer. Toen ging het over meebewegen met de sterrenhemel als je jezelf doodstil houdt, als een broedende vogel. Ja, ook toen was er al sprake van broedplaatsen, verbeelding en inbeelden. Nu is ‘t volop lente en zijn we in ander vaarwater beland. Ik schrijf vanaf dezelfde plek voor het raam. Waar ik ‘t ziekenhuis weet, liggen veel andere mensen te vechten voor hun leven nu.
Hier krakelen de ganzen om hun broedplek en verraadt het kantelend zwartwit van hun vleugelslag, de plek van het eerste kievietsei op de strekdam.
Met de verschijning van dit blog, zou de eerste presentatie en broedsessie van Hoogtij 2.0 in Huize Maria achter de rug zijn.

De tijd die we doormaken is één grote oefening in ‘op jezelf aangewezen’ zijn. En op elkaar. Wat we meemaken in dit schitterend voorjaarslicht, staat garant voor een groot sociaal experiment. Wat ons daarin overkomt en wat we daarvan door laten dringen, ervaren we tussen diep ongemak en grote uitdaging. Wat doe je als iemand vlak langs je heen banjert? Als je geconfronteerd wordt met de verschillende omstandigheden en belevingswerelden die je om de oren vliegen. We maken aanspraak op dezelfde zintuigen, zijn binnen hetzelfde bezig maar reageren en interacteren allemaal op eigen wijze. Tussen concentratie en confrontatie is ‘Vertrouwen’ het sleutelwoord dat iedereen voorop de tong ligt. 
Maar begrippen als ‘Flatten the curve’, ‘Social distancing’, had ik vorige maand nog echt niet paraat.

‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, hoorde ik iemand zeggen. Na de bankencrisis was die uitdrukking wat weggezakt maar nu komt ‘ie weer bovendrijven. Het zijn zinnetjes die de processen begeleiden die we al wentelend doormaken .. die aangeven hoe we ons verhouden. Niet voor niets gaat ‘t ineens over een scheidingsgolf en een mogelijke babyboom. Actualiteit is de dynamische spanning tussen wat ons overkomt en in ons opkomt. Hoe we omgaan met wat er in ons omgaat en van daaruit acteren.

Wat zal ik nog uitweiden over het genot van tijd en ruimte? Ik kan het beter over ‘relatieruimte’ hebben.
Dat heb ik ook beloofd tijdens een beleidsoverleg over broedplaatsen. Toen liet ik dat begrip ook vallen. ‘Relatieruimte’ gaat over hoe je zinvol omgaat met de kwetsbaarheid van contact. Contact met jezelf, met de ander, met je omgeving. Vaak is ‘t geen kwade wil, maar soms merk ik de krachtmeting erin: Wie schikt er in? Dan wijk ik wel uit. Waar ik kan, loop ik onderlangs de dijk. In Kampen is een kliklijn geopend, las ik in de krant. ‘Los ‘t lekker even zelf op’, zeg je als kinderen dat doen. In de wetenschap dat ze daartoe heel goed in staat zijn. En anders laat ze even hardop nadenken, dan komen ze er wel uit.

Kinderen gaan je voor in de toekomst. Hun leven speelt zich af tussen wijsgerig en nieuwsgierig. Zij zijn in staat met hun leven te spelen. Voor zover we in staat zijn omarmen we hen met even grote spontaniteit en beschermen zo hun droomruimte. We bieden maar al te graag de gelegenheid om hun vermogen te ontwikkelen en begeleiden ze erbij. Jaja, voor zover dat in ons eigen vermogen ligt. Zo ontstaat er van weerskant een spelwerkelijkheid waarin we ons vrijmoedig en onbevangen kunnen begeven. Zouden we op die manier ook onze eigen vermogens kunnen herinneren en ons samenspel in gelegenheid stellen?

……………………………“Wat oefen jij dagelijks?
…………………………….Want wat je oefent, daar word je goed in.

…………………………….Wat oefen jij?
…………………………….Oefen je blijdschap in je leven?
…………………………….Oefen je vrede in je leven?
…………………………….Oefen je vreugde in je leven?

…………………………….Of oefen jij vooral hoe je moet klagen?
…………………………….Want als je vaak klaagt, dan zul je daar heeeel goed in worden.
…………………………….Dan word je daar zo goed in dat je O – VER – AL fouten ziet.
…………………………….Zelfs als er GEEN fout is, een fout die een leek niet zal zien,
 zul jij, omdat je expert bent, het zien!

…………………………….Wat oefen jij?
…………………………….Oefen je boosheid?
…………………………….Want als je boosheid oefent,
 zul je daar heeeel goed in worden.
…………………………….Je zult daar zo goed in worden dat je zelfs om het meest triviale ding boos zult worden.
…………………………….Bijvoorbeeld als je in het vliegtuig zit,
 zal de stoel iets verderop er op een of andere manier beter uitzien
…………………………….dan de stoel die jou is toegewezen.
…………………………….En dat is zooo oneerlijk van de vliegtuigmaatschappij!

…………………………….Wat oefen jij?
…………………………….Oefen jij om je zorgen te maken?
…………………………….Want als jij oefent om je zorgen te maken, 
dan zul je daar heel goed in worden.
…………………………….Je zult daar zo goed in worden dat je je over A L L E S zorgen gaat maken, zelfs over de buffel die je niet hebt.

…………………………….Dus – als het waar is dat het een kwestie van oefenen is – dan stel ik voor om blijdschap te gaan oefenen!”

NB Er zullen drie blogs over relatieruimte verschijnen. Morgen komt het tweede deel uit: Loos Alarm # 73.2 . Het derde deel komt h.w.s eind deze week.

VOETNOTEN:
Khalil Gibran in The prophet (1923) Eerste druk: Alfred A. Knopf, New York (Verenigde Staten) staat Almustafa, die twaalf jaar in Orphalese gewoond heeft, op het punt om scheep te gaan en huiswaarts te keren. Hij wordt tegengehouden door een groep mensen die hem vragen stellen over de dingen die hen aangaan in het leven: Liefde, huwelijk, kinderen, nemen en geven, eten en drinken zijn enkele van de vele onderwerpen die aan bod komen. In een paar filosofie-kalenderblaadjes van dit jaar wijdt Vanno Jobse aandacht aan Khalil Gibran. ln de jaren zestig kende The prophet een enorme opleving. Ook The Beatles werden erdoor geïnspireerd. Neem hun liedje ‘Julia’ (White Album): ‘Half of what l say is meaningless, but I say it just to reach you.’ - een parafrase van Gibrans uitspraak uit ‘Zand en schuim’ : ‘De helft van wat ik zeg is nietszeggend, maar ik zeg het in de hoop dat de andere helft je zal raken.’ En even later zingt John Lennon in hetzelfde liedje ‘When I cannot sing my heart. I can only speak my mlnd.’ Opnieuw een verwijzing naar Gibran: “Als het leven geen zanger vindt om het hart te laten zingen, brengt het een filosoof voort die het verstand laat spreken.”

Thubten Kway – een man die zich van 1979 tot 1992 terugtrok in een Tibetaans boeddhistisch klooster – deelde het filmpje met deze tekst. “Wat oefen jij dagelijks?”. De tekst wordt uitgesproken door een kind van een jaar of tien. Hij lijkt bijna op een kleine Boeddha! Of zijn het de woorden van Kway die hij uit z’n hoofd heeft geleerd? En staat die Kway nu achter ‘t telefooncameraatje hem met brede bekken en handgebaren te souffleren als ‘ie t even niet meer weet? Is ‘t joch een kleine influencer? Maakt ‘t uit allemaal? Ik heb pret in wat hij oplepelt en de wijsheid die erin schuilgaat. En .. waar ik zeker van ben is dat kinderen (ons) voorgaan in wat wij beseffen. Ik ben benieuwd of zijn woorden aankomen. En hoe we ze ontvangen en in ons doen en laten weten te vertalen. En nog meer: hoe wij ‘t zelf voor elkaar krijgen om dit soort wijsheden te delen … relatieruimte …

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/04/loos-alarm-73-1-relatieruimte/feed/ 0
Loos Alarm # 72 boenwas https://oud.workheart.nl/2020/03/loos-alarm-72-boenwas/ https://oud.workheart.nl/2020/03/loos-alarm-72-boenwas/#comments Mon, 02 Mar 2020 10:04:13 +0000 workheart http://oud.workheart.nl/?p=10356 Lees verder ]]> work#art-Blogbanner-1-Lacquer Zwart

Boenwas, behangplak en verf, daar rook thuis de lente naar. En met de tuindeuren open, naar sering en afrikaantjes vermengd met muziek van mussen, spreeuwen, mezen en merels. Twee dagen per jaar op koninginnedag en bevrijdingsdag drong ook het het naderende geluid van fanfare naar binnen. Eenmaal in de straat dan trilde het glas in lood in de schuifdeuren. Maar zelf waren we dan ook niet meer te houden. De vlag ging uit en was het hossen achter de muziek aan. Alles los.Tintelend werden we klaargestoomd voor wat er zou gaan komen dat jaar.

’s Zomers rook het binnen naar niks en was het buiten snuiven geblazen. Dan verkende je de onbekende geuren van waar je maar was.
“Ruik Douwe”, snoof mijn vader dan uitgelaten begerig. En als ik daar dan net even iets minder voor in de mood was – en hij kreeg ’t door – verzuchtte hij nog luidruchtiger: ‘nu .. nu .. ruik dan: puur natuur”. Vervolgens zette z’n levenslust ’t dan zo op een jubelen, dat ik er zelf wel bij weg wilde kruipen …Boenwas, het gaf glans aan de meubels, maar drong ook door tot in je schuchter bewustzijn. Onderin de kast bij de tuindeuren was plek voor het kinderspeelgoed. De onderste twee planken van de kast waren ingeruimd voor de kleinsten. Ingeruimd? Een grote rotzooi was het daar en niemand die zich daar aan stoorde. Op ooghoogte was het voor de al wat ouderen. Het was net zo gewoon als de krakende parketvloer, die je alleen maar opmerkte als er bezoek was en .. als de boenwas langszij kwam. “Uitruimen, alles de kast uit’’, even de veger over de bodem, de plankjes opwippen ..

Nu leunt de tegenkant van het vloertje tegen de kastwand. Mijn aandacht wordt via het luik naar beneden gezogen. Daaronder is het vrij ondiep, je kan er net kruipen, maar ‘t kraakt er niet. Doodstil zand ligt er, roerloos en rul. Ineens hang ik boven een peilloze stilte aan tijd. En kijk in een gat waar de ruimte van wegebt in het duister. Een stoffige geur trekt eruit op. Er ligt een klompje met een stompje kaars erin en een luciferdoosje. En een slap leren bijbeltje. In het zand ontwaar ik de afdrukken van knieën of schoenen. Nog van toen? Nee die zijn van een andere keer. Al mijn broertjes en zusjes lijken er wel gekropen te hebben. Maar die onderduikspulletjes liggen nog onbewogen op hun plek. Net als het gaatje in een steen van de voorgevel. Waar ook alsmaar kinderhandjes in voelen om nog iets van toen af te tasten. ‘Nee, nee ik voel geen behoefte om erin. .. eronder ..’ “Nee?”

“Poppetje gezien, kastje gaat dicht. Eerst het speelgoed opruimen en alles er netjes weer bovenop”. Morgen zal het er weer een natuurlijke bende zijn. Net zoals het er toen uit gezien zal hebben. Niks te vermoeden daar.
“En nou maar buiten spelen”. Vanachter dweilt een natte boenwas-vloer me de tuindeur uit .. “ziezo die krijgt een dag om in te trekken. Morgen uitwrijven ..”
Boven de kastvloer zou het een onbekommerde vrijheid blijven .. me van niets nog bewust ..

Op een gegeven moment worden dit soort gebeurtenissen je zo eigen, dat je de herkomst van het gevoel eronder of het besef dat je erin ontwikkelde niet meer weet. Dat kan ook gebeuren bij iets dat je leest. Wat een schrijver voor jou op een rijtje heeft gezet, beïnvloedt een ervaringslaag van waaruit jij je verder ontwikkelt. Zo wordt het je eigen gedachtengoed; een 2e natuur. Je vertegenwoordigt die in je persoonlijke stijl. Zelfs zo dat jij credits krijgt voor een bijdrage die je aan die schrijver van ooit te danken hebt ..

Erich Fromm is zo iemand. Een Duits-Amerikaanse (sociaal) psycholoog en filosoof (1900–1980). Bekend van zijn boeken als Angst voor de vrijheid en Liefhebben, een kunst, een kunde. Dat laatste werkje vond ik weer terug in m’n boekenkast. Met een orthodox-joodse opvoeding van huis uit, hing hij later een humanistische levensbeschouwing aan. Met de opkomst van het nationaalsocialisme emigreerde hij in 1934 naar de VS. In die tijd studeerde mijn vader in Freiburg bij Martin Heidegger, maar dat terzijde. Toen ik thuis woonde, was ik nauwelijks met dit soort zaken bezig. Op de kunstacademie des temeer. Daar lazen we Fromm.

.

work#art-Blogbanner-2-Lacquer Rood

Soms blijkt ’t super belangrijk om zo’n boek nog eens terug te lezen. Dat overkomt me als ik iemand ontmoet die ik dan op zo’n laag van ooit ergens mee zie strijden. Voor jezelf heb je ’t inmiddels al wel helder, maar wil dat besef in alle oprechtheid behulpzaam worden voor die ander, kom je nèt iets aan ervaring tekort.
En dan merk je ineens de urgentie van zo’n tekst weer. En wel voor je allebei! En dit keer gaat het ook nog eens om veel mensen!

We zijn met een groep kunstenaars bij elkaar. Het gesprek komt bijna vanuit het niks op gang. Wat zich erin ontwikkelt, komt kennelijk uit gevoelde noodzaak voort. Gaandeweg lijkt het te stuiten op iets waar we tot nu onwillekeurig samen op uit waren. Nu komt het bewust bij elkaar want ineens komen de tongen los. Om iets te overbruggen? Willen we ergens doorheen?
Nog geen idee, maar iedereen raakt wel zeer betrokken en uitgedaagd. En er komt van alles bovendrijven. Onvrede: “Wat denken ze wel; ons opzadelen met afdankpanden”. “Wie is er nou in mijn werk geïnteresseerd”. Onrust: “Oh jee, samenwerken in zo’n korte tijd? En als er iets stoms uitkomt?” “Stel je niet te veel voor van mijn werk hoor. Ik schilder alleen in het weekend”. In alle opwinding ontwikkelen zich botsende, aanvullende, relativerende geluiden. Allemaal eigen waarheden nog, werkelijkheden met daaronder een gevoel van eigen onvermogen en .. onbeduidendheid. Hier komen we echt niet meteen uit …

Wat krijgen we erin met elkaar voor elkaar? Onwillekeurig trek ik onze presentatiemap naar me toe en sla ’m open bij een tekstje met toelichting van Fromm uit zijn boek The sane society en lees: ‘De taak die we onszelf moeten stellen is niet om ons veilig te voelen, maar om onzekerheid te kunnen verdragen’. Het staat er wat dwingend en ik aarzel of ik de quote zal voorlezen.

Toch deel ik ‘m later mee in de appgroep. Zo’n jubelende berichtensliert, waar zich bij mij altijd het gevoel opdringt dat problemen, zorgen of twijfels niet mogen bestaan. En als ze toch ter sprake komen, vraagt dat per kerende post om bemoediging, geruststelling of: aandikking. Als ik iemand -in wat voor appgroep ook- bedank, krijg ik onmiddellijk: “geen probleem” met uitroeptekens terug. Omhoog gestoken duimpjes, smileys en bol ogende harten, zijn er niet van de lucht! Ze vormen kalmerende middelen, terwijl zo’n appsliert van zichzelf voor een hoop onrust zorgt. In een appgroep heerst er zo’n verlangen naar conformiteit dat ik me plaatsvervangend onzeker ga voelen. Veiligheid lijkt er wel een obsessie. Geen risico’s nemen dus? In deze kunstenaars-sliert waag ik ‘t er toch maar op. En waarachtig: even slaat het aan. Een schot in de roos, men reageert oprecht.

Ook in vervolgcontacten komen er mensen op terug. Steeds zijn de reacties terug te voeren op dat gevoel van onbeduidendheid. Een opwinding die terugzakt in een onmachtig: ‘wat doe je eraan?’ Weer dat samenlevingsprobleem. Waar dat gevoel toe in staat is, het vermogen erin, de mogelijkheden ervan, zijn nog lang niet genoeg onderkend. Ook bij deze groep lijkt ‘t of de duvel speelt met dit soort aarzelingen. Wat doet het er toe, wat doe ik er toe, dat onbekommerde vloertje .. dan maar niet wat je toekomt .. op je afkomt ..

Onbeduidendheid .. In De angst voor de vrijheid, gepubliceerd in 1941, schrijft Fromm dat mensen proberen te vluchten voor juist dát gevoel. In het boek onderzoekt hij de redenen waarom mensen zich ondergeschikt maken aan dictaturen. Hij beschrijft hoe het onbeduidende gevoel gepaard gaat met ervaring van machteloosheid, eenzaamheid, onzekerheid en angst. Men zoekt dan veiligheid door zich òf terug te trekken òf in een groter verband op te gaan. Tenslotte komt hij erop uit dat het lukt om die eigen onbeduidendheid te verdringen door een autoriteit te steunen. Door je te identificeren met een leider, je te vereenzelvigen met een leidend principe of iets anders dat groter is dan jijzelf, krijg je het gevoel bij een groot en machtig geheel te horen. Onderdoen voor is onderdaan worden. Je afzetten tegen buitenstaanders, elimineren van de nog zwakkere binnen het eigen verband, erkenning levert een gevoel van geborgenheid.en bevordert het gemeenschapsgevoel.

Van Zijn en tijd naar het post-truth tijdperk een snelle stap voor een blog. De akker een tijdperk, een tijdperk de akker. Van locatiespecifieke installatie naar tijdelijk nest voor kunstenaars. Hoogtij 2O2O met Huize Maria als gelegenheid voor het mogelijke .. Dat komt neer op het natuurlijk ongewisse erin te accepteren, uitgaan van de verrukkelijke potentie erin, kunst op het spel zetten.

in stand houden of toe in staat zijn? Hoe meer ik me verdiep in een leven als kunstwerk hoe meer perspectieven en invalshoeken erbij betrek, hoe sterker ik uitkom bij: kunst vraagt om een broedplek die in contact is met de buitenwereld. Fromm: ‘Net zoals actieve en betrokken mensen verdriet en pijn niet kunnen vermijden, zo moet iemand die nadenkt onzekerheid kunnen verdragen zonder in paniek te raken’. Beoefening oefening baart kunst en kunst stijgt boven jezelf uit. Je kan er nota’s over schrijven, beleidstukken op ontwikkelen, het moet maar gewoon van de grond komen. Ik ben Fromm opnieuw dankbaar, zijn gedachtegoed is inmiddels weer net zo actueel als weleer.

De tijd kan zorgen baren. Het ‘handen wassen’ is gebleven. Maar ‘hand voor je mond als je hoest, is opgeschoven naar ‘niezen in je mouw’.
Daarmee heeft ‘hand voor je mond’ ruimte gekregen. Het gebaar is nu uitsluitend voorbehouden aan de uiting van ‘verbazing’. Wat een weldaad zo’n opgave: erkennen wat je de baas is en dan oefenen hoe je zulk meesterschap je toe-eigenen kunt. Ver’bazing’ een soort waterpas maken van autoriteit. Een twijfelend gebeuren waarin je aarzelend ermee op gelijke hoogte komt. De klus dat proces te geleiden vraagt tact en huiverend contact.

Maar wat nou: ‘alles van waarde is weerloos’? Het is kwetsbaar..
Het is de oefening die kunst baart .. Toch? En wrijving geeft glans!

work#art-Blog-boenwas-banner3

VOETNOTEN
Over stuurloosheid, enthousiasme en appslierten gesproken: Direct na het posten van dit blog, drukt Bert me een fijn filosofisch vertoog van Coen Simons in handen. Het staat in de NRC van afgelopen weekend: ‘Enthousiasme bloeit in een stuurloze tijd.’ In het artikel refereert hij aan zijn leermeester Cornelis Verhoeven een geliefde vakbroeder van mijn vader maar ook een inspirator voor mij.

In dat artikel wordt ook verwezen naar een indrukwekkende column van Luuk van Middelaar geschreven op de drempel voor het grote verkiezingsjaar 2017. Hij analyseert daarin de term ‘post-truth’ en biedt een treffend handelingsperspectief waarin hij schetst wat de benaderingswijze van democratische politici hierbinnen zou kunnen zijn. Een scherp betoog in de NRC van 161229: ‘Politici van het midden, durf te oordelen’.

Nu ik toch aan het aanvullen ben: nog even een verwijzing naar een tentoonstelling van Johan Kuipers ieder weekend deze maand maart in Galerie Het Langhuis te Zwolle. Zie Mijn HorizonWat mij betreft een bezielende en inspirerende uitwerking voor de inhoud van dit blog.

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/03/loos-alarm-72-boenwas/feed/ 0
Loos Alarm # 71 groupies https://oud.workheart.nl/2020/02/loos-alarm-71-groupies/ https://oud.workheart.nl/2020/02/loos-alarm-71-groupies/#comments Mon, 03 Feb 2020 10:52:32 +0000 workheart http://oud.workheart.nl/?p=10316 Lees verder ]]> work#art-Venus+God en Restauratie

Zo snel als het ging, zo traag drong het door. Het nam eenvoudig de tijd. Het bericht, de inhoud, nee, het besef.
Wakker worden in een tijding: Ze is er niet meer.
Fysiek werkt het anders: een diepe schok, zich onvermijdelijk herhalend. Schokschouders tegen beter weten in.
Ineens kijk je in een kapotte kerstbal en ziet zowel de holle spiegel binnen als de zilveren buitenkant. In eens ..
Het daalt even geleidelijk in als wat eruit voorkomt. Heel kalm komt er iets op gang.
Vertraagde weergave van een high speed foto-shot. Die jij weer in tijdloos in je opneemt, een overvloed van beelden, uitvloeiend over elkaar.

Eerst dachten we nog aan het ongeval dat ze had gehad. Parallel aan wat mij overkwam destijds. Beide – met een verschil van een paar jaar – uit het zelfde instituut van boord gesprongen; de vrijheid in. Weer voor ’t eerst met losse handjes fietsen, dat soort acties in een toch wat labiel ongewis ..

Een week terug nog, berichtte ze ons van een onvermijdelijke andere weg die ze moest gaan. Met het verzoek om geen contact op te nemen. Het bleek een rottige ziekte achteraf.
Een paar dagen later kwam de tijding van wat alleen de tijd kan: zichzelf een weg banen, tijdloos zijn en stilstaan, definitief .. geen later meer .. weg ..
In die ‘weg’ zoek ik nu ..
Ineens sta je oog in oog. Met wat?
Door een nauw gaatje besef ik de impact die ze al die jaren als vanzelfsprekend met zich meebracht. De blik op me gericht, later op ons werk.
Gekscherend noemde ik haar groupie, ze volgde ons werk op de voet. Een schaterlach terug: ‘kijk naar jezelf ..’ Echo echo .. waar keken we in?

We kenden elkaar al heel lang. Beter gezegd zij kende mij – vier of vijf jaar jonger, van de middelbare school. Zij ongezien in het kielzog van een tevoorschijn komend joch dat alsmaar zitten bleef.
Zo’n gast die ondanks zichzelf altijd de voorgrond kreeg maar zich nooit wilde vereenzelvigen met de rol waarin hij terecht kwam.
Een soort Habemus Papam, maar dan in zo’n lullige schoolvereniging met eenzelfde karakteristiek en hiërarchie die je nu nog in antieke studentencorps ziet.
Het was rond de tijd dat die tijd definitief het veld ruimde voor een laf soort leerlingenparlement, waar ‘ie zonder erop uit te zijn weer aan het roer kwam.
Zij zag de rebel die mij overkwam. Maar haar, haar kende ik toen eenvoudig niet.

Kijken of ik verder kom met iets op papier te krijgen. Want vanaf dan kan het alle kanten op. Zoals al onze ontmoetingen alle kanten opgingen.
Ook nu zonder haar. Of er een bom aan bewustzijn ontploft.
Het overkomt iedereen vermoed ik: Je kan er gewoon niet omheen en je komt er niet bij weg .. Er dient een horizon gerond.

Dansende emoties zijn het, sprankelingen waarin een afwezigheid ook een hele sterke aanwezigheid genereert. In die elegantie herinner ik me haar nu.
Hoe ze een omgeving vertegenwoordigt die met dat de tijd wegvalt, wegvalt. Afgelopen.
Zeker weten, met haar verscheiden kantelt een moment, ze markeert een kanteling .. van inkeer en definitief vertrek ..

Laat ik het houden bij onze ontmoetingen rond kunst. Of het van ons was of van anderen deed er niet toe. Dat was het fijne.
Kunst was steevast het condensatiepunt. En het kunstwerk kon van alles zijn. Vandaar die kerstbal.
Rond zo’n glazen knikker kom je in een soort van onverdeelde aandacht terecht, in een dankbaar aanwezig ‘ondanks’ jezelf. Je weet je erin, maar rond een droom met een beeld als katalysator. Je komt terecht in wat je overkomt. Een werking hooguit als perspectief en invalshoek .. penseelstreek .. hooguit contact. Het raakt, diep zelfs, maar kent kant nog wal. Een spreken in tongen, zinnen op zinnen die eindigen een verzuchting. De longen puur geïnspireerd.
Je kan ’t niet organiseren, het gebeurt waar je bij staat maar je bent er niet, er is hooguit aandacht waarin zich al met al beluistert.

Tijdens haar afscheid afgelopen zaterdag hoorde ik veel dergelijke verhalen.
En iets ertussendoor, dat ik toen niet verdroeg maar waar ik nu dankbaar voor ben.
De toespraak van haar leidinggevende zoals ze zei. Uit de pan van toen, die voorgekookte pot, waar we beiden als kikkers uit gesprongen zijn.
Met een tekst die ze herhaalde van haar afscheid toen. Zalvende woorden als een zingende zaag met vals gezette tanden en slechte adem.
Een snerpende fluit in mijn oor. Laatste eer? Eenzijdig bewijzen en ook nog van een paar jaar terug. Het kan wel op al is ’t lekker.
Ik voel me voorgoed genezen en verlost. Definitief van het gas af.
Wat had ik haar een langer leven in die vrijheid gegund. Verliefd? In genen dele. Eerder groupies bij elkaar.
Gewoonweg heerlijk, maar ’t is beter ‘vrouwlijk’ te noemen ..
Laat het maar liever geen naam hebben.

PS Ik houd haar naam graag bij een link in het vermoeden dat ik in haar geest handel.Veel lezers zullen haar kennen. Wil je meer horen, neem gerust contact op met een van ons.

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/02/loos-alarm-71-groupies/feed/ 0
Loos Alarm # 70 Broeinest, broeden en bevroeden. https://oud.workheart.nl/2020/01/loos-alarm-70-broeinest-broeden-en-bevroeden/ https://oud.workheart.nl/2020/01/loos-alarm-70-broeinest-broeden-en-bevroeden/#comments Mon, 06 Jan 2020 09:41:31 +0000 workheart http://oud.workheart.nl/?p=9962 Lees verder ]]> ………………..

work#art-Blogbanner#70-G.K.+Torso+Stormpje-900 breed

Direct na het uitkomen van het vorige blog: Op eieren lopen, nog tijdens de luchthuilers-test, vind ik het blad Cultuur in Overijssel op de mat.
Huh? Loos Alarm?
De plaatjes en teksten onder het cellofaan lijken sprekend op beelden en dichtregels uit een performance van work#art, alweer heel wat jaren terug: Openbarstig Weerbaar – Overgave aan een kunstwerk.¹
Maar nee, in het magazine ² zijn ze net even anders en ook staan er onbekende namen bij.
Een wonderlijke gewaarwording: Het model op de foto draagt nagenoeg hetzelfde jurkje. Alleen de kleur verschilt. En iets huiver bekruipt me ook bij een gedicht op de achterflap. Vergelijk zelf.
In Kampen reageren ze op zo’n situatie met zinnetjes als: ‘Ik zegge ma zo, ik zegge maar niks.’ Of ‘Ik bedule maar, nou ja .. ‘ie weten wel..’

Zelf raak ik eerder wat sprakeloos op zo’n moment. Een ogenblikkelijk ‘Huh?’ met daarin een onmiddellijk ‘Ho’. In wat me overkomt, gebeurt even helemaal niets. Er komt niks in me op, er liggen geen woorden klaar. Staat de tijd even stil of rekt ‘ie zich uit? Geen idee! Maar wat zich voltrekt voelt als een onbevangen moment dat zich de ruimte neemt of geeft. En zelf raak ik in een soort draaiing verzeild .. het lijkt wat op zweven.
Een ogenschijnlijk zinloos ogenblik .. ‘oog in oog’ met mezelf ?

Wie kent ‘t niet? Je moet gewoon even iets laten landen en jezelf tot de orde roepen. Orde?
Ik plaats nog snel een voetnoot onder het blog om wat er allemaal rondzingt in een paar vragen te vatten. Klaar!
Nu kan ik laten bezinken wat ‘t me doet. Wat er buiten me om plaats vond, kan binnen een plekje krijgen.

Het vraagt tijd om me in die werking te beluisteren. Ruimte om wat er van binnen rijpt op adem te laten komen. En eigen te maken wat daar tot leven wordt gewekt ‘Tijd nemen is tijd de tijd geven’, las ik mezelf eens schrijven. Zo stem ik nog steeds af .. ik kan niet anders, anders gaat het niet.
Het lijkt op de tekening van de windhoos hierboven. Een vortex die in – en om zich heen de ruimte neemt. Een dynamiek die de zin van zo’n moment aftast en er een voedingsbodem voor zoekt. Een spiralende energie die zichzelf in haar diepgang beluistert en vertaalt naar beelden of zinnen die op hun beurt weer draaiend en balancerend een uitweg zoeken in de ruimte om me heen.
………………..

HET CREATIEVE PROCES

………………..Het principe is niet één ding.
………………..Noem het nul.
………………..Het principe in actie is de eenheid van de schepping.
………………..Deze eenheid is ondeelbaar. Noem het één.
………………..Schepping is een spel van tegenstellingen of polariteiten.
………………..Noem deze polariteiten of paren twee.
………………..Deze polariteiten worden creatief als ze met elkaar in wisselwerking treden.
………………..Hun wisselwerking vormt het derde element. Noem het drie.

………………..Man en vrouw bijvoorbeeld vormen een tweeheid.
………………..Uit hun wisselwerking, of gemeenschap, wordt een derde element, nieuw leven, geboren.
………………..Dat is creatief. Dit voorbeeld laat zien hoe elk creatief proces verloopt.

………………..Een wijze leider is zich bewust van deze tegengestelde krachten en hun wisselwerking.
………………..Hij weet wat echte creativiteit is.
………………..Om te kunnen leiden, leert de leider te volgen. (-)

………………..In beide gevallen is het de wisselwerking die creatief werkt.

………………..Leiden zonder te volgen is onvruchtbaar.
………………..Streven naar rijkdom en steeds meer vergaren, neemt al je ambitie in beslag en laat weinig ruimte over voor vrijheid.
………………..Eenzijdigheid heeft altijd onverwachte en paradoxale gevolgen.
………………..Je zelf overal tegen beschermen is geen garantie voor veiligheid; het zal je leven verstikken en ten gronde richten.
………………..

………………..Het zal heel moeilijk zijn een uitzondering op deze oeroude wijsheid te vinden.

TAO 42 ³

Niets wordt zomaar plotseling iets, besef ik maar al te goed. De oerknal heeft al lang geleden plaatsgevonden en nog steeds zitten we te dubben over wat daar gebeurde en verkennen we onze plek in ‘t daaropvolgend proces. Net als bij iedere BOEM die alweer klinkt in de overgang van Oud naar Nieuw.
In ‘t groot en in ‘t klein .. een overgang vraagt tijd en ruimte om iets te laten ontstaan; een gelegenheid om ‘t te doen rijpen en een opening om wat eruit voortkomt te doen gebeuren. Het is als Stilstaan bij begane grond, Klimmen naar een verdieping, Aankomen in een vertrek

BOEM hoor ik terwijl ik dit schrijf. Toeval?
In Kampen slaat de verveling alweer toe. Niet met klappertjes maar van dat hele zware vuurwerk. Verboden waar natuurlijk. De één windt het op, de ander wordt er stapelgek van. Letterlijk. ⁶ Iedere jaarwisseling het zelfde opnieuw.
Alles wat je aandacht geeft, groeit ⁶. Of je ‘t wilt of niet, je moet er wel aan geloven. Mij doet het ronddraaien in een lastig te stoppen gemijmer. De herhaling ervan, de verveling erin, de onwetendheid eronder en het onbenul erachter. Wil je ‘t aandacht geven of vraagt ‘t erom? En wat eigenlijk of wie: de knal, de knaller, of vallen ze samen?
De boeg- en de hekgolf die zo’n bom veroorzaakt. De aanzuigende werking ervan, het opdringerige erin en de mogelijkheid van het uit de hand lopen.
Gevolgen die weer leiden tot opgelegde beperkingen van buitenaf.
Ik raak erdoor afgeleid, word ernaar toe gezogen en weet me er vervolgens geen raad mee.
In Kampen zeggen ze dan: “Ei d’r last van? Muj zien daj ‘r gemak van kriegn”. Een retorische vraag met een onmiddellijke oplossing. Nuchter en recht voor z’n raap. Bam. Deur dicht. Maar het gebeurt kriskras overal en houdt deze dagen iedereen op een andere manier bezig. Het zou schotsje springen worden, wil je er zinnig over communiceren. “Geev’ er niet umme. Wat doe je d’r an? Gef toch niks? ” Om me heen lacht men erom: Trek je er niets van aan. daar komt ‘t op neer .. maar .. HOE dan? Hoe ‘krijgen’ mensen anders iets ‘voor elkaar!’?

Juist in die lach ervaar ik een nauwelijks te relativeren diepte en een ongebreidelde omvang. Zo’n BOEM lost weer op maar de ervaring niet. Bij mij kan dat makkelijk verzanden in hopeloze berusting. Daar moet ik echt voor uitkijken. De broeierige sfeer, de instant opwinding die uitgaat van een schijnbaar coole, onbewogen daad.
Het onverschillige erin, veroorzaakt een enorme leegte erom heen. Het onbevangene van zo’n moment, het zwangere karakter ervan, trekt mijn aandacht.
Maar de invulling ontgaat me. Mijn energie daalt, loopt er bijna in leeg. Als ik me eraan zou overgeven, zou me dat net zo onverschillig maken als de mensen die hun achteloosheid voorwenden. We delen die BOEM op een verschillende manier. Maar eventueel contact over zo’n knaller met omstanders roept bij mij bijvoorbaat al een wezenloze verlegenheid op. Terwijl de media bol staan van de bevindelijkheden en ik er nu ook al over schrijf. Wordt ik daar wijzer van? Weet ik niet, maar in die overgang van weerstand naar ‘net geen berusting’, verdiept zich wel een verfijnd soort waaksheid, merk ik.
Een alerte aandacht voor hoe het werkt en op me inwerkt. En al met al ontwikkelen er zich meer kanten aan. Wat je aandacht geeft, groeit. Wat jouw aandacht trekt, ook. Al die invalshoeken en perspectieven vegen kennelijk een paadje schoon waarlangs ik mezelf zonder omwegen beluister. En oog krijg voor de dynamiek die het veroorzaakt. Ik blijf kennelijk in die vortex denken. Weer die vortex .. Kan ik die bij het ‘broeden’ gebruiken?

De ‘zin van iets’ .. je ‘zin erin’ .. het zijn vitale ervaringen die buiten je om en in jezelf om elkaar heen draaien. Windingen waar je deel vanuit maakt. Ze winden je op en je wikkelt erin af. Je ontwikkelt je in de dynamiek tussen beide richtingen. In die dynamiek ervaar je al je pogingen om voor elkaar te krijgen. In die ruime huid ervaar je of het wringt, schuurt, kietelt, streelt. Of het aangenaam of onaangenaam werkt. In dat tussengebied merk je op hoe je invloeden onderscheidt en jezelf daarbij ervaart. Hoe je verwerkt en vandaaruit reageren wilt of kunt. Of het je inkapselt of ingewikkeld wordt. Hoe je met jezelf instemt om je ergens vanaf te sluiten of je erin te ontspannen. Waardoor er, juist in het centrum van beide windingen van alles kan indalen of opkomen kan.
Het is nogal een lastige opgave als je omgeving zegt: ‘Trek het je niet aan’, ‘Negeer het’. Of erger nog:‘Neem zonder oordeel in je op’. De ervaring wordt dan wel heel direct en ongefilterd verwerkt. Hoe kan dat nou, je bent in leven. Je leeft in levende lijve en vormt onderdeel van het leven om je heen. En zeker met Oud & Nieuw, leeft iedereen op en top met en elkaar: ‘Gelukkig Nieuwjaar!’de Beste Wensen‘ .. men pakt je bij de schouder ‘geev’ acht veur det rotje.!’

Wat muj d’r mee .. Niks toch?‘ Of: ‘Het is zoals het is’. Dat kan alleen een steen zeggen en die praat niet. Oh nee? Alleen een steen neemt zonder interpretatie in zich op *. Een mens maakt door en maakt mee wat zich in – en om je heen afspeelt. Langs die taligheid lijkt het te werken, wat mij betreft. En bij dat ‘lijkt het’ houd ik het graag. Een waarschijnlijkheid die net zo goed onwaarschijnlijk als onwaarschijnlijk waar kan zijn. Zelfs een noodlot is een gegeven. Ik blijf vanuit verwondering zoeken. Als een dromer die leeft in een droom, met de lucide waaksheid van: ‘Kiek uut!’
In ‘Hoe bestaat het?’ ligt een uitdaging besloten van ‘heb ik jou daar’. Zeker weten, daar heb je iedereen mee en mij helemaal. In die ‘Huh’ ontwikkelt zich een benieuwde alertheid die mensen kennelijk eigen is. Alleen wrijft iedereen zich op een eigen manier de ogen uit om het wonderbaarlijke toe te staan, het verbazing wekkende tevoorschijn te roepen. Oog te krijgen voor het leven erin.
In verwondering gebeurt dat. Daar krijg je voor elkaar. Borelingen komen uit gemeenschap voort en komen erin terecht.
Een gebeurtenis blijft niet in verwondering steken en barensweeën staan niet op zichzelf. Je wordt verwekt maar ontwaken doe jezelf.
Broeden vormt een beginsel, een leidend principe, fundament en voedingsbodem voor iets waar we met z’n allen op uit zijn.

BOEM is een momentopname. En een moment komt neer op een spel van machten en krachten. Beide vragen een omgeving, een gelegenheid om aandacht te geven aan dat waar je om geeft. Waar ruimte de tijd krijgt en tijd de ruimte. Zo bieden ze elkaar ‘gelegenheid’. Gelegenheid om iets te veroorzaken wat je niet voor mogelijk houdt. Een spel waarin broeden en vroedkunde samen opgaan. Kan dit de omschrijving voor een broedplaats zijn? echo .. echo ..

download

Een roedel luchthuilers .. loos alarm? Een kunstwerk heeft je wat te zeggen, maar antwoordt niet. Jij bent ‘t die je laat gezeggen, jij moet eraan geloven, jezelf erin verliezen. Rilke beschrijft een kunstwerk als een onontkoombaar gegeven: ‘geen plek aan hem die jou niet ziet. Zo doorgaan met je leven kun je niet.’ Sloterdijk vat dit gedicht letterlijk op als een bevel uit de steen. ‘denn da ist keine Stelle, die dich nicht sieht. Du mußt dein Leben ändern.’ Het is een voortdurende oefening om je leven te veranderen en daarin jezelf te herscheppen. In de urgentie overkomt t je wat je doet. Hoe dichter op de huid, hoe opwindender het wordt. Sinds ik mijn darm mis, ervaar ik grondiger dan ooit hoe je lijf in levende lijve werkt en verwerkt. Tegelijkertijd ben ik al focussend bezig, alle bedrading van binnen overnieuw kort te sluiten.

‘Klimmen naar een verdieping’ stond er te lezen halverwege de steile stenen trap. En eenmaal boven stond er ‘Aankomen in een vertrek’, tijdens die installatie in de Poort. In een gastvrije ruimte ontstaat contact met benieuwdheid en betrokkenheid vanzelf. Overgave aan een kunstwerk is een avontuur. Het onbevangene van zo’n moment, het zwangere karakter, de potentie erin .. ook die van jezelf ..
Hoe geleid je dat? Ook vroedkunde is een avontuur dat je nauwelijks bevroeden kan. In contact kan je aandacht geven, toeval en serendipiteit uitlokken, een voordeel van de twijfel meemaken en doorkrijgen.
Latente talenten vormen de enige delfstof. Er hoeft niet gespit alleen maar gefocust, ontdekt en opgediept.

Gedurende de jaren heeft work#art zich ontwikkeld vanuit autonome kunst naar ‘locatiespecifieke installaties’. Via onze ‘expedities’ zijn we nu aangeland in een vertrek als gelegenheid: de ‘broedplaats’. Kunst ontstaat uit oefening – en oefening is een absolute imperatief. Een gewaagd en afgewogen wisselwerking in een urgent avontuur dat ‘broedplaats’ heet. Onderzoeken waar je drift uit voortkomt. Hoe je verzeild raakt in waar je gedreven en bedreven wordt.

Dit blog is een longread geworden. Samen met de verhalen uit de twee voorgaande blogs, denk ik dat alle ingrediënten voor een broedplaats besloten liggen: Het je laten overkomen wat er gebeurt, daaraan gehoor geven en in laten ontstaan. Vermogen is wat in je macht ligt en waar je kracht voor hebt. Het gebeurt ondanks jezelf dankzij jou. Broeden is eigenlijk zwanger zijn – een onontkoombaar laten gebeuren wat geboren wil worden – wat er uit voortkomt. En geen weg terug: Aankomen in een vertrek. Die ervaring kent een man slechts als boreling. Waar praat ik eigenlijk over? Alles van waarde is kwetsbaar.

Door het raam zie een reiger landen in het wilgenbosje voor me. Scherend met zijn vleugels tegen de wind. Dan hangend in de lucht, hoog op de poten krijgt ‘ie een tak te pakken. Met een paar klapwieken balanceren nog, vindt ‘ie zijn evenwicht. Nu staat ‘ie daar, roerloos op een even roerloze tak. Twee rode poten tussenbeide. Ergens verderop paren twee eenden al. Zo vroeg in ‘t jaar al.
Straks weet ik de ganzennesten weer langs de loopbrug. Eerst vliegen ze nog schichtig op als we langslopen. Na verloop van tijd trekken helemaal niets meer van ons aan. De kop in de veren, alleen een oog kijkt even op.

In dat magazine gebruikt men simpelweg dezelfde symboliek, die overgave om de ambities van de provincie tijdens het Cultuurcongres Overijssel 2019 toe te lichten.
De bibber, de wapper en de lucht – we delen het tot in de verzenen om het maar eens antiek te zeggen (:-) De tijd is kennelijk ‘huiverend rijp’.
Het lijkt om dezelfde vragen te gaan: Hoe kunnen we zo’n gemeenschappelijk ervaren trilling benutten, er ruimte aan geven en daar meerwaarde uit putten?
De plaatjes en teksten lijken wel uit te komen op een gemeenschappelijk idioom.

Een paar persoonlijke vragen blijven wel hangen bij mij: Hoe gaat dat in zo’n groot congres, kan dat via speeddates of cockpit-sessies? Wil ik daarin wel een rol vervullen?
Maar het congres heeft inmiddels plaatsgehad en de afgelopen weken leek de band met mijn gezondheid wel op een sleepcontact. Ik kon er niet toe komen om ernaar toe te gaan.
Ik had de handen al vol aan een paar bezoekers tijdens de kunstweek. Prachtervaringen.
Kortom nu hoop ik in dit blog iets van een antwoord gevonden te hebben. Een schrijven als schriftlezing eigenlijk. een blog als broedplaats.

workheart-PosterTerugkomdag detail

‘Ik bedule maar: ’Schietspoele sjerrebekke spoelsa Djikke djakke kerre koltjes klits klets’ 

VOETNOTEN
De banner bovenaan laat links de vortex zien. Ze geeft weer hoe ik me die ervaren dynamiek al jaren voorstel. Middenin een katern van work#art uit 2010. Rechts de Torso van een jonge man 480 v. Chr., marmer, hoogte 132 cm. (Musée du Louvre, Paris), waaraan Rainer Maria Rilke een gedicht ‘Archaïscher torso Apollos’ wijdt. De twee slotzinnen hiervan zijn in het blog beschreven.

De banner hierboven is een bewerking van Luc Onderbeke van het logo van Huize Maria door Nina Maissouradze tbv de Terugkomdag drie jaar geleden.

¹ Performance tijdens de opening van de installatie ‘Openbarstig Weerbaar’ in 2006 in de Koornmarktspoort door Kirsten Offringa, ondergetekende en Bert van der Sluijs. De installatie zelf ontstond in samenwerking met Bas van Damme.

² Cultuur Magazine Overijssel  Published on Nov 8, 2019 Het complete overzicht van alles wat er gebeurt op cultureel gebied in de provincie Overijssel. In dat magazine om de ambities van de provincie tijdens het Cultuurcongres Overijssel 2019 toe te lichten. En iets van huiverhuid ontbreekt me ook niet bij de foto en het gedicht van Nick Felix op de achterflap. Vergelijk zelf.

³ Tao 42: Het Creatieve Proces in John Heider – De Tao van leiderschap – strategieën voor de nieuwe tijd – vert. George Hulskramer. Uitgeverij Contact. Amsterdam 1999
In China is Lao-Tsé’s Tao-teh-king – Hoe dingen gebeuren of werken – een van de meest geliefde wijsgerige boeken. Na jaren van mediteren en zorgvuldig observeren tekende Lao -Tsé hierin de regels voor doeltreffend leiderschap op. John Heider, psycholoog, heeft de oude regels (81 totaal) bewerkt en ze daarmee geschikt gemaakt voor deze tijd. Jezelf en anderen begrijpen, je creativiteit verhogen, kunnen omgaan met conflictsituaties: voor iedereen die de kunst van het doeltreffend leiderschap machtig wil worden is De Tao van leiderschap een inspirerend en belangrijk boek. De hierboven overgenomen Tao vermeldt niet voor niets tot slot: Het zal heel moeilijk zijn een uitzondering op deze oeroude wijsheid te vinden.

Stilstaan bij begane grond, Klimmen naar een verdieping en Aankomen in een vertrek zijn strofes uit een gedicht van mijn hand. Ze waren op lichtkrantjes te lezen langs een steile stenen trap en werden gebruikt tijdens tijdens de performance voor de opening van die installatie Openbarstig weerbaar. zie ¹. We werkten met een witte vlag waarmee de poort van buitenaf werd benaderd en gefilmd. (optreden van Kirsten Offringa en ondergetekende) en van binnenuit beantwoord door ook een witte vlag naar buiten te steken vanuit een luikje in het dak. Deze vlag hing vervolgens de gehele duur van de installatie uit de poort en werd alle drie maanden 24/7 gefilmd en livestream in de poort vertoond. Zie foto’s De filmregistratie is van Iwein van Damme.

Alles wat je aandacht geeft, groeit een quote van Aristoteles, niet vernoemd maar wel helder uitgewerkt in filmpje door levensbeschouwing.net De deugd ligt daarbij in het midden’ is zijn ethiek. Een balans tussen iets wat overdreven is en iets wat tekortschiet. In onze samenwerking als duo work#art komt dat neer op balanceren tussen gewaagd en afgewogen.

⁶ Ik heb het hier over het ‘onverschillig’ gebruik van consumentenvuurwerk. Het doet er niet toe waar het vandaan komt, hoe je dat als omstander ervaart evenmin. ‘Begrip opbrengen’ en ‘begrijpen’ zijn heel verschillende klussen. Wat mij betreft is schieten vanuit een melkbus tussen je benen heel andere koek. Daar is voorpret, het avontuur wordt aangegaan in bijzijn met instemming van publiek. Een spannende performance waar ik veel respect voor heb. Net als de houttasten op het strand van Duindorp. Een ontroerend mooi artikel hierover schreef Christian Weijts in de NRC: Dit vuur is religie, daarom is het afscheid zo pijnlijk

⁸ Een uitspraak op de Filosofiekalender van 3 december 2019 van Marjoleine Vosselman en Kick van Hout in Zingevende gespreksvoering – helpen als er geen oplossingen zijn (2013). In hun zoektocht naar een bruikbaar handelingsmodel stellen de schrijvers ‘raadselachtigheid’ voor als een aspect dat mensen het gevoel kan geven, dat wat hen bezighoudt om ‘vage’ of ‘zweverige’ zaken gaat. Bij een ervaring van zin is er volgens hen sprake van ‘openheid naar- en verwondering voor- het onkenbare’. Begint daar ook niet de filosofie mee? vraagt Timon Meynen zich af En .. kunst? vul ik maar aan.

De mens is een schepping van het verlangen, geen schepping van de behoefte.” is een citaat van de wetenschapsfilosoof Gaston Bachelard(1884-1962). In zijn boek La formation de l’esprit scientifique (1938) bespreekt hij het idee van de ‘breuk’. Hij stelt daarin: ‘De waarheid is een gecorrigeerde vergissing.’ en doelt daarmee op het moment waarop met een heersende wetenschappelijke theorie wordt gebroken ten gunste van een nieuwe theorie. Zo’n breuk doet zich voor wanneer de wetenschap op obstakels stuit die haar verdere ontwikkeling in de weg staan. Die obstakels ontstaan wanneer het wetenschappelijke denkkader te beperkt wordt om nieuwe feiten of inzichten in zich op te nemen. Volgens Bachelard bestaat wetenschappelijke kennis dus niet uit een opeenhoping van definitieve waarheden, maar alleen uit een verzameling gecorrigeerde vergissingen die, elk op zijn beurt, weer potentieel onjuist zijn. (deels uit Vanno Jobse in Filosofiekalender 2019 – vri 1 nov. 2019) La formation de l’esprit scientifique is als bestand te downloaden via internet.

De tekst schietspoele etc. stamt uit het oud-Vlaamse volksliedje De vier weverkens. Ik leerde het op de Lagere school en bij de AVMO (Algemeen Vormend Muziek Onderwijs) lessen. Het lied was in verschillende versies bekenden herinnert aan de talrijke hongersnoden veroorzaakt door natuurrampen en oorlogen. Het “strijdkoor” Kontrarie heeft het in haar repertoire opgenomen en schrijft een heldere verhandeling over die context waarin het liedje gedijde.
Kontrarie schrijft over zichzelf: Wij noemen ons “strijdkoor” en kiezen voor geëngageerde muziek. “Kontrarie” – het woord zegt het zelf –zingt in de tegenstroom, wil opkomen voor de zwakken en de onderliggers en hekelt heersers en machthebbers.. In onderstaande link zetten ze hun engagement op een rijtje. Hun liederenkeuze komt van wereldwijd en is verbazingwekkend interessant

Laatste twee regels uit het sonnet ‘Archaïscher torso Apollos’ van Rainer Maria Rilke nav. de Torso van een jonge man 480 v. Chr., marmer, hoogte 132 cm. (Musée du Louvre, Paris) Met dit sonnet luidt Rilke het tweede deel van zijn Neue Gedichte in. Lees: Het voorbeeldige gedicht van Paul Claes over Archaïscher torso Apollos

* ‘Alleen een steen ‘ervaart’ zonder interpretatie’ is een quote van Alfred North Whitehead in Process and Reality (1927-1928).

]]>
https://oud.workheart.nl/2020/01/loos-alarm-70-broeinest-broeden-en-bevroeden/feed/ 0
Loos Alarm # 69 Broeinest / Broedplaats 2: Op eieren lopen? https://oud.workheart.nl/2019/11/loos-alarm-69-broeinest-broedplaats-2-op-eieren-lopen/ https://oud.workheart.nl/2019/11/loos-alarm-69-broeinest-broedplaats-2-op-eieren-lopen/#comments Mon, 04 Nov 2019 09:39:36 +0000 workheart http://oud.workheart.nl/?p=9961 Lees verder ]]> work#art-Katernenbanner-blog-69……
……………Ga niet gewillig heen
……………onbewaakt ogenblik:
……………dat is het kantelpunt
……………val uit de tijd – ga niet gewillig heen
……………druk de schelp aan je oor, ga tekeer
……………tegen het doven van het licht, je eigen bloed

……………Onbewaakt ogenblik
……………waarin je opschrikt en de dichter in je hoort gonzen
……………als een gulzige bij op zoek naar bloemen
……………ieder woord zijn eigen kleur die hij opzuigt
……………en thuis in zijn korf geurig besuikert en berijmt

……………Als uit een schacht, vanuit de diepte
……………worstelen de woorden zich omhoog
……………tot hier aan de rand van het strand
……………zij razen in de cadans van het zich
……………almaar herhalende gebod: ga niet gewillig heen. ……………………………………………………………. Bernlef¹
……………
……………
……………
Golven
Om maar eens met de deur in huis te vallen:
Ik zie ‘leven’ als een 
vitaal gegeven en ‘tijd’ als dynamiek.
Ik stel me een ‘moment’ voor als  koppel van krachten en ‘mezelf’ als een inderdaad , een werking in een samenhang die me omgeeft en om me geeft.
Een gelegenheid die het mogelijk maakt om ermee om – en erin om te gaan; een lichaam met de potentie zich erin te ontwikkelen en verdiepen.
Een ‘huid ‘die zich huiverend aftast In de omgang met mezelf en de krachten om me heen.
Ze werken op me in en in me door; trekken me aan en stoten me af. Ze leiden me in banen als een satelliet.
Een werking waar ik op in- en in meega, waarin ik me uitwerk vanuit een aandachtig verlangen.
Ik zwem rond in een ruimte als een golfslagbad en maak mij mee in de deining van de tijd. ik werk me erin uit en laat me erin uitwerken.

Geen kip òf ei, maar kuiken in ei. Het jong vervult en ontwikkelt zich. En doorbreekt tenslotte de eigen schaal om aan een leventje te beginnen dat buiten hem om, maar ook in hemzelf plaatsvindt.
Een ‘huidige’ tijd in een immense ‘schaal’ van ontwikkeling, een huiverende ruimte waarin dat plaats vindt en hij rondscharrelt. In een spel met zichzelf als spil van waaruit hij balanceert en de eigen mogelijkheden afweegt.
Een draaikolk rond een vacuüm besef rondwaart in een capillair van waarom / daarom. Een spel van machten en krachten. ⁸

Wat mij betreft is ‘tijd’ allang geen begrip meer waarin de grote en de kleine wijzer mist. Wijzer dan ik heeft ze niets om het lijf. Ze neemt gedaantes aan en geeft me ruimte om daar bewust op in-, in op-, in mee- of mee om te gaan.
Ze doet mij me uitdrukken in haar barensweeën: ademen, adem inhouden, ademt u maar weer door ..
Qui-Vive? Peil je dobber, zilt je zee!

……………
……………Er bestaan geen sluipwegen naar het verleden en toch
……………kan het gebeuren dat je wordt teruggedreven naar sommige vroegere
……………achteroms, duinpaden, veranda’s … gewillig heen…………………………………………………………………. Hans Tentije ²
……………

Heeft een kuiken iets door van wat het te doen staat?
Soms houdt het even z’n adem in, een bonkend hart en hijgen, net als ik. In zo’n helder ogenblik dat je aankijkt en jij inziet. Zo’n onverdeeld moment in contact.

Kippenvel krijg je ervan. Het is 10 maart 1966; ik ben nog geen zestien en voor ’t eerst alleen in de grote stad. ³
Ik zal er toch wel eerder geweest zijn? Ja, in de Cineac op het Damrak. Met mijn vader en een iets ouder broertje. Ik zie een filmjournaal over ik weet niet meer wat. Maar wel dat ik mijn ogen uitkeek. Het felle flikkerende lampje dat ik achter me wist in het duister. En ‘t geluid van radertjes in de perforatie van het celluloid, dat zich afwikkelt en opspoelt. Die rollende rrrr, die me opwond …

Hier speelt het zich af op klaarlichte dag. Ineens zit ik middenin een gebeuren dat om me heen plaats vindt en nu geschiedenis heet.
Ratelende wielen, het klikklak van paarden ze trekken een doodstil spoor in een haag van woelige massa. Juichende huigen .. dat joelen om me heen..
Als een stomme film trekt een stoet aan me voorbij en weer kijk ik mijn ogen uit. Ditmaal vanuit een lantarenpaal op de Dam.
Ik schiet foto’s om de tijd stil te zetten maar heb maar één rolletje van twaalf. Die van de majesteit zijn bewogen, weet ik nog en een aantal zwart.
Niet door mijn ongemakkelijke positie of vanwege het kille weer. De trillende vingers rond de sluiter komen van een sidderend moment
Zo opgenomen in een oranjegezind geheel als eerder thuis, zo onbehaaglijk voel ik me nu in dit vreemde gezelschap.
Voor het eerst word ik geconfronteerd met provo’s.
Die zetten zich af tegen de macht van de gewoontemaatschappij. Ik sta ik oog in oog met mijn plekje daarin.

Zie dat mannetje daar. Een vreemde eend in de bijt. Als een aap is ‘ie in een lantaarnpaal geklommen.
Net is de stoet aan hem voorbij, of beneden achter hem klinkt een enorme boer, die rochelend uitloopt in een dierengeluid van onbestemde makelij.
Hij draait zich om. Een haveloze man laat zich schaterlachend in z’n tandeloze bek kijken.
De jongen keert zich af, houdt zich nog goed en kijkt opzij. Recht de Raadhuisstraat in. Ik kan niet geloven wat ik meemaak.
Maar moet er wel aan geloven.

“what lies behind us and what lies before us are tiny matters compared to what lies within us” ⁴
Huiverhuid. Vanaf die datum laat ik mijn haren groeien.

Ik krijg ze ’t langst van iedereen in Kampen. En ik droom weg bij LP’s van Sgt. Pepper’s en Picknick.
De teksten ken ik van buiten. Met name Canzone 4711 en Eva: Ik hou de wereld in mijn hand .. Dromen is aandacht op een heel lag pitje, diep van binnen.

“De mens is een schepping van het verlangen, geen schepping van de behoefte.” schrijft Bachelard.
En: “De waarheid is een gecorrigeerde vergissing.”

Eenmaal uitgebroed, breekt je bewustzijn uit haar kalkschaal. Of valt een vanzelfsprekende wereld in duigen?
De ‘jaren des onderscheids’ zoals dat in gereformeerde kringen heette, nemen een aanvang. In grote verbijstering en ontzetting, maar de ervaring is dun .. dun ..
Onderscheiden is een gebeurtenis. Alle waarheden gaan aan gruzelementen: De verf die ik morste, vliegt plots’ling in brand. ‘t Palet val vlammend uit mijn hand ..

In ieder geval slaat mijn generatie om in adderengebroed. Laat scherven achter zich. Waarom op eieren lopen?
Ik teken en schilder niet meer .. ik sla een ruit stuk .. lucia .. Het licht dat doorbreekt in de barsten, wordt bloedinteressant. In de tik èn de barst, in iedere haar .. Alles is in de kern aanwezig. Met beelden krijg je klaarheid in woorden geef je betekenis .. iedere keer opnieuw. En ik wil onbevangen blijven kijken. Hoe moet dat in godsnaam. Hoe krijgt ik die tik en die barst met elkaar voor elkaar?

Protest keert zich tegen wat het achterlaat. Hoe meer de werkelijkheid niet meewerkt, hoe beter je je af kan zetten. Hoe oeriger je roerige kracht.
Iedereen kent dat ondergevoel. Misschien niet zo overhellend en kantelend als toen. Niet zo’n uitgesproken in een stuiptrekking.
Maar wel zo’n uitbraak uit ‘wat was’; zo’n inbreuk naar ‘nu’ en doorbraak in ‘en nu?’ Dat aankomen in een vertrek. ⁷

In mijngeval wist men niet hoe snel men omschakelen moest om me heen. Van praeses van de schoolvereniging werd ik tot voorzitter van het leerlingenparlement gebombardeerd. Kwam die wissel van onderop of bovenaf? Opvallend genoeg weet ik dat niet meer. De school is in een nieuw gebouw beland, maar tevreden ben ik niet met enkel meebeslissen over de plaatsing van vuilnisbakken. Waarom doet men niet mee, als het erop aankomt?

‘Als de rook om je hoofd verdwenen’. Geest uit de fles of geïnspireerd? Van buitenaf of binnenuit? Zo de wind ademt.
Ik hou ’t voorlopig bij een schoolopstand die mij overkomt en voor de school behoorlijk uit de hand loopt.. een protest ontrolt zich alsof ’t de normaalste zaak van de wereld is .. gesmeerd ..

Zie dat mannetje daar. 19 jaar is ‘ie inmiddels. Na drie klassen overdoen, wordt ’t wel eens tijd voor wegwezen, eruit.
Er vaart inmiddels een grote klaarheid door me heen. Een uiterst kalme drift gaat gepaard met een grote verachting voor de inertie om me heen.
Alsof de tijd stilstaat en ik als een discus in beweging kom. Killing moment? Het vertegenwoordigt lig een verleden, waar ik definitief uit stap. De tijd maakt er een eind aan.
En ik gehoorzaam aan die tijd, mijn tijd. Ik sta in het hokje van de conciërge, het is volkomen stil om me heen.
Voor me hangt een bord met heel veel knopjes. Ik heb wel wat met knopjes en besluit om op eentje te drukken. Onmiddellijk besef ik de werking van intercom en begrijp ik dat ik ingrijp. Ik hoor mezelf iets zeggen als: ‘Kom naar buiten. ‘t Is voor de hongersnood in Biafra. We doen zeven maal een rondje om de Bovenkerk.‘ ⁵
Het gevolg is niet te overzien .. Rechts door de klapdeuren stromen leerlingen de lokalen uit, de hal om het hokje vult zich. Ik zie de rector voor me, hij struikelt in de woelende stroom achter ons. Ik hoor zijn stem nog schrapen uit een lostrillend gebit: “Ik schlors je”. Het zal niet gebeuren. En de kerk staat nog recht overeind. ⁶
De stroperige traagheid om me heen verplaatst zich geen millimeter. Het blijkt en tijdelijke opwinding. Een storm in een glaasje water

Zo’n uniek moment. Maar iedereen zal in zichzelf de eigen voorvallen herinneren waarin je overkomt wat er gebeurt.
Ben jij de veroorzaker van wat het teweegbrengt? Iedereen speelt een eigen hoofdrol.
Is ’t het moment? Ieder moment is de tijd rijp en staat ze op springen.
Een volkomen natuurlijk proces: Open source – ondeelbaar ondubbelzinnig weergaloos – qua energie volkomen kalm van binnen een storm om je heen veroorzaken.
Een impact zonder dat er drift bij komt kijken. De tijd is op drift, daarin op dreef raken – ongepland. Er stond wat te gebeuren, je voelt het aankomen – voorzien in niet voorzien -
De ruimte die je inneemt, gevoed door waar je uit voortkomt. Als je er midden in zit, ermee samenvalt neem je ogenblikkelijk in je op.
Maar in feite doe je een aanname en geef je die weer, je ademt.

De dreiging: ‘Wie niet horen wil, moet maar voelen’, belandt in een vacuüm. Een verschil in isobaren verplaatst me naar elders.
Alleen de ervaring kan me nog leren. Voortaan lees ik de beelden en teksten die ik maak en schrijf. Tasten .. een huidige tijd ..
Een half jaar daarna draait alles om beoefening van kunst. Nog wat jaren later proef ik de essentie van draaiklei op een pottenbakkersschijf.
We steken haar zelf bij eb uit de kwelders in Zeeland. Als de golven even geluwd zijn.
Alleen het zout moet er nog uit gewaterd .. een langdurig proces van rijpen tussen inkuilen en opgraven … en …
… ademen, adem inhouden, ademt u maar weer door …
work#art-KleineKatern-NieuwHooi

VOETNOTEN
¹ Bernlef: ‘gedicht (nr. 3931)’ in: Zeegang – In omgekeerde richting, Atalanta Pers Baarn 2011., uitg. Atalanta Pers Baarn 2011.
² De strofe daarna is van Hans Tentije in dezelfde dichtbundel.
Joop Leibbrand heeft een mooie recensie geschreven over deze bundel als samenwerkingsproduct in Meander Magazine 2011/11

³ Op 10 maart 1966 traden prinses Beatrix en Claus von Amsberg te Amsterdam in het huwelijksbootje.

⁴ ‘What lies behind us and what lies before us are tiny matters compared to what lies within us’ – een citaat toegeschreven aan de Amerikaans essayist Ralph Waldo Emerson.

⁵ Het verhaal, de metafoor en de getalssymboliek haal ik uit hoofdstuk 5 en 6 van het bijbelboek Jozua. Ze plopt daar als het ware in me op. De muren van de stad Jericho zouden volgens het Bijbelboek Jozua verwoest zijn nadat er op sjofars (ramshoorns) geblazen werd en het volk zou juichen. Rond de muren van de stad werd zes dagen lang, eenmaal per dag, een ronde gelopen door de belegeraars, al blazend op de zeven ramsbazuinen. Op de zevende dag liepen de Israëlieten zevenmaal rond de stad; daarna werden de ramsbazuinen geblazen en tegelijkertijd juichte het hele volk. De muren stortten in en de belegeraars kwamen probleemloos in de stad, waarna zij alle bewoners doodden. Daarna werd door Jozua en het volk een vloek over de man uitgesproken die Jericho zou herbouwen: hij zou haar fundering leggen ten koste van zijn eerstgeboren zoon en haar poorten oprichten ten koste van zijn jongste zoon, wat volgens het verhaal later ook gebeurde. wikipedia
⁶ om een beeld te krijgen van die fundamenten van Jericho ..

Aankomen in een vertrek is een strofe uit een gedicht van mijn hand, gebruikt tijdens de installatie ‘Openbarstig Weerbaar’ in 2006 in de Koornmarktspoort. Tijdens de performance voor de opening van die installatie, werkten we met een witte vlag waarmee de poort van buitenaf werd benaderd en gefilmd. (optreden van Kirsten Offringa en ondergetekende) en van binnenuit beantwoord door een witte vlag naar buiten te steken vanuit een luikje in het dak. Deze vlag hing vervolgens de gehele duur van de installatie uit de poort en werd alle drie maanden 24/7 gefilmd en lifestream in de poort vertoond. (direct na het uitkomen van dit blog, vind ik het blad Cultuur in Overijssel op de mat. Huh? Het symbool uit deze performance wordt nu gebruikt in het magazine Cultuur in Overijssel om de ambities van de provincie tijdens het Cultuurcongres Overijssel 2019 toe te lichten. Tot mijn verbazing heeft het model op de foto een zelfde jurkje aan als Kirsten. Alleen de kleur verschilt, geen rood maar roomwit. In Kampen zeggen ze na zoiets openbaar gemaakt te hebben: ‘Ik zegge ma zo, ik zegge maar niks’. of ‘Ik bedule maar, ie weten wel’. Iets van huiverhuid ontbreekt me ook niet bij de foto en het gedicht op de achterflap. Vergelijk zelf. De bibber de huiver en de lucht – we delen het tot in de verzenen om het maar eens antiek te zeggen (:-) De tijd is kennelijk ‘huiverend rijp.’ Ik vraag me af: Hoe rond en binnen die huivering elkaar bibberend ontmoeten en zorgvuldig, reflectief focussend en kritisch met elkaar om te gaan, en via elkaar daar meerwaarde uit putten, kan dat in zo’n groot congres, speeddates en/of cockpit-sessies? Wil ik daarin een rol vervullen? Op dat soort vragen hoop ik al schrijvend in het volgende blog iets van een antwoord te vinden.

„Protesten komen altijd in golven”, zegt Jacquelien van Stekelenburg (hoogleraar sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit Amsterdam.) in de NRC van 25 oktober j.l. „We hebben nu te maken met een springvloed.”
Er moet een vonk zijn die overslaat, en er moeten mensen zijn die de protesten gaan organiseren. Dan pas kan het uitgroeien tot een massaprotest. Die vonk is in deze huidige opleving nog moeilijk aan te wijzen. Tijdens de vorige grote protestgolf, die zo rond 2009 en 2010 begon, toen je over de hele wereld Occupy-bewegingen zag opkomen, was die heel duidelijk.

Picknick is het derde album van Boudewijn de Groot. Het verscheen begin 1968. Het album is geïnspireerd door Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles. Beide albums kleuren de Flowerpowerperiode. Op de lp zijn de beide zijden afzonderlijk getiteld, respectievelijk ‘Picknick’ en ‘De Tuin der Lusten’. De teksten zijn geschreven door Lennaert Nijgh en de muziek is gecomponeerd door Boudewijn de Groot. Sgt. Pepper ben ik niet lang na aanschaf ineens kwijt. Maar Tuin de Lusten draai ik grijs. Er zitten twee tikken in de plaat één voor en één na het nummer Eva. Niet op deze URL (daar gaat een advertentie aan vooraf, die je weg moet klikken). De tekst ken ik van buiten: Ik hou de wereld in mijn hand ..

Op 7 december 2002 schrijft Ger Groot in De Groene nr. 49 een zeer helder artikel over Eva ter gelegenheid van het overlijden van Lennaert Nijgh. Hij dichtte de tekst: waarin het verhaal van de schepping verandert in verschrikking. De tekst ademt de dromen, beelden en de levenshonger van de stad die hem verlokte. Zijn Eva wandelde ooit in de Melkweg en leek een nieuwe wereld te beloven. Ze bespookte in zijn verzen, te opstandig om al geslachtelijk-correct te zijn, het verlangen van een hele generatie.
Een stukje uit Canzone 4711 ook uit dat tweede deel De Tuin der Lusten:
……………De regen deed me weer naar zee verlangen,
……………haar golven hielden mij opnieuw gevangen.
……………Het ochtendblad dat nam ik mee, het was van mij.
……………Steeds verder werd ik weggesleurd van ‘t strand,
……………de geur van eau-de-cologne woei van ‘t land.

“De mens is een schepping van het verlangen, geen schepping van de behoefte.” Een citaat van de wetenschapsfilosoof Gaston Bachelard(1884-1962).
In zijn boek La formation de l’esprit scientifique (1938) bespreekt Gaston Bachelard het idee van de ‘breuk’. Hij stelt daarin: ‘De waarheid is een gecorrigeerde vergissing.’ en doelt daarmee op het moment waarop met een heersende wetenschappelijke theorie wordt gebroken ten gunste van een nieuwe theorie. Zo’n breuk doet zich voor wanneer de wetenschap op obstakels stuit die haar verdere ontwikkeling in de weg staan. Die obstakels ontstaan wanneer het wetenschappelijke denkkader te beperkt wordt om nieuwe feiten of inzichten in zich op te nemen. Volgens Bachelard bestaat wetenschappelijke kennis dus niet uit een opeenhoping van definitieve waarheden, maar alleen uit een verzameling gecorrigeerde vergissingen die, elk op zijn beurt, weer potentieel onjuist zijn. (deels uit Vanno Jobse in Filosofiekalender 2019 – vri 1 nov. 2019) La formation de l’esprit scientifique is als bestand te downloaden via internet.

⁸ Foucault verwerpt de moraliteit als een ander machtsdiscours dat de relaties van overheersing tracht te bestendigen. Sterker nog, het zou kunnen worden beschouwd als een vorm van macht die nog meedogenlozer en onverbiddelijker is dan de andere vormen. Vanuit moraliteit worden oordelen geveld en sancties getroffen. Afwijzing of uitsluiting wordt beslist en toegepast, alles dat maar consistent is met wat past binnen de parameters van moraliteit. Daarom luidt een van de citaten van Michel Foucault: “Je moet een held zijn om de moraliteit van de tijd te trotseren.” De moraal van een tijdperk kan een individu beëindigen. De geschiedenis wemelt van de voorbeelden. Sterker gesteld: intolerantie tegen wat een samenleving als ‘immoreel’ beschouwt, wordt vaak genoeg tot in het extreme doorgevoerd. 3. ‘Moraliteit, een vorm van macht’ in: Vijf indrukwekkende citaten van Michel Foucault maart 2, 2018

BEELDEN
Banner boven het blog: Twee foto’s van work#art ‘Katern 2′ – tijdens twee verschillende installaties op verschillende plekken.
Beeld onder het blog boven de voetnoten: work#art ‘Nieuw Hooi’. (Ho Chi Minh City – Vietnam)

]]>
https://oud.workheart.nl/2019/11/loos-alarm-69-broeinest-broedplaats-2-op-eieren-lopen/feed/ 0
Loos Alarm # 68 Broeinest / Broedplaats deel 1: buugtrappen https://oud.workheart.nl/2019/10/loos-alarm-68-broeinest-broedplaats-deel-1-buugtrappen/ https://oud.workheart.nl/2019/10/loos-alarm-68-broeinest-broedplaats-deel-1-buugtrappen/#comments Mon, 07 Oct 2019 09:46:20 +0000 workheart http://oud.workheart.nl/?p=9832 Lees verder ]]> I-also-like-to-live-dangerously-banner

Een beeld doemt op: Even terug naar de fifties en sixties. Dat geweldige tijdperk na het geweld van de 2e wereldoorlog waarin iets geheel nieuws opwelt.
Je zou er maar zo heimwee naar ontwikkelen, terwijl het misschien wel nooit heeft bestaan! Je herinnert ‘t je van wat je erin weergegeven ziet.
Een aanname. Een kader.
Ik zie zo’n periode graag als iets wat je erin doormaakt, een ’aankomen in een vertrek’. Een curve in de deining van de tijd, de opwelling in een krachtenspel waarbij je ervaart wat in zwang is. Tijd als perk en voedingsbodem voor wat opkomt, uitbot, vorm aanneemt en ruimte inneemt.
Een dynamiek: tot leven gewekt en opgesnoven als een geur, kwetsbaar en vluchtig als een droom ..

Wakker worden. Kijk om je heen: vetkuiven en suikerspinkapsels spelen een rol. De meisjes streven naar een zandloperfiguur en grijpen en masse naar de petticoat als hulpstuk. Allemaal lagen van ruim geplooide stroken in een klokkende vorm. Hun rok wijduit over een tule van gaas, glimp van in nylon gehulde benen. Geld rolt, aan de rol ermee! Een kwartje in de jukebox, je keuze licht op en kantelt een schijfje vinyl. Een naald tast het verlangen af naar de geur van sigaretten en vanille. Vervoering speelt zich op 45 toeren af. Uit die droom kom ik voort.

In de overgang naar de sixties kom ik wat bij zinnen. Ik zal een brugpieper geweest zijn; want bakvissen in petticoats kenden we niet op de lagere school.
En we vieren al pauze buiten het hek. De tijd wordt buigzaam als een springkussen, krijgt wat besef in Einsteins ruimte.
Tijd tussen brylcreem en droogshampoo, van Pleiners, Dijkers, Mods en andere Nozems .. Wat wist je daarvan in Kampen? Niks nog!
De hippie- en provotijd moet nog komen. Het duurt nog even voor ik naar Amsterdam ga, niet wetend wat ik zie en vanuit een lantaarnpaal onvermijdelijk de ontwikkelingen wordt ingezogen.
Pas dan wrijf ik mijn ogen uit, zal ik mijn haar laten groeien en proberen antwoorden te zoeken op wat ik aantref in wat op me afkomt. Een toekomst die niet meer is wat het was.

buugtrappen op éénnachts ijs
Maar nu is het winter, een kraakheldere dag. Ik zal een jaar of elf zijn. Het heeft gevroren, ietsje sneeuw, ietsepietseltje rijp.
Alles ligt er nog maagdelijk wit bij. We staan met een groepje jongens aan de rand van een stadsvijver. Sinds een paar jaar ligt ‘ie weer dicht.
IJle geluiden, kleumende botten en tintelende vingers. Zo koud als het is, van binnen en om me heen broeit ‘t. Alle zintuigen staan op scherp,
‘Dat durf je nooit’.
Ik weet nog weinig van wanten maar ben al wel door de wol geverfd: Ooit door het ijs gezakt, kopje onder zelfs.
Maar deze vijver is niet diep en ik ken de slijkige bodem. Je kan hooguit een ‘natte poot halen’. I k zou niet weten wat ‘nooit durven’ te maken heeft met voorzichtig verkennen. En heb al helemaal geen idee van hoe ik mezelf ooit binnen ‘nooit’ zou moeten rijmen. Hardleers?
Eerder super naïef wat neerkomt op jezelf nog niet kennen en je niet laten kennen.
Maar meer nog: gewoon benieuwd en niet te houden!

Dus stap ik voorzichtig op ‘t ijs. ’t Is glad, dat wel, maar ik loop op ‘bordeelsluipers’ en die hebben spekzolen. Proberen toch? Anderen volgen. Het ijs kraakt. Maar door wijd uiteen te lopen en elkaar vast te pakken, houden we ons staande en grappen naar de rest op de kant.

Hoe het zover kwam weet ik niet, maar langzaamaan komen we op gang en zetten de pas erin. In een rijtje gelijk op .. deinen we met elkaar op en neer.
Het stijve ijs onder onze voeten kraakt wat maar begint mee te golven. Een trage massa zet zich in beweging. Het gaat als vanzelf .. we lopen onszelf vooruit, tegen een golf op door .. door .. tot we de overkant naderen. Een sprong en we staan weer op harde grond.
Nu weten we wat we deden, dus terug. Anderen durven nu ook. Ook zij maken een een rij en wij gaan voor ze uit. Het lokt steeds meer kinderen van de kant. ‘Buugtrappen is meiden imponeren’ zeggen ze. Mooi niet. Zij durven nu ook!

Hoe wisten we hoe dat gaat: stijf ijs buug trappen? Zonder ervaring? Te laten golven als water zonder er door te zakken? Geen idee!
Het lijkt op verkennen wat je deed, terwijl je doet. Er gaandeweg achter komen dat wat in je opkomt in je eigen aard lag te wachten.
Het komt bijna neer op een onmiddellijke herinnering van wat zich aan je voordoet. En pats daar gaat ‘ie, elk moment als koppel van krachten benuttend.
Een dynamiek die voortkomt uit de wisselwerking tussen drift en uitdaging. Een drang tot verleiden en verleid worden, raakt in omloop, komt op gang in de omgang met éénnachts ijs. Totale concentratie. Gewaagd en afgewogen.

Totdat .. er achter ons, een hele rij door het ijs zakt. Een hoop geschreeuw en gedoe .. geploeter naar de kant.
Één meisje blijft achter in het wak. Drijvend in het dons haar wijduitstaande petticoat. Een kermende zwaan haar voeten vastgezogen in de slijkige grond.
Dan zet ze een keel op .. een hoog snerpende schreeuw. Helpen geblazen.
Het lukt. Op de kant blijft er een natte kat over. Overal plakkende kleren, glimmend als de brede lakceintuur die om haar middel snoert. Vertwijfeld grijpt ze omhoog, naar haar steeds vuiler wordende haar. Opgestoken is het allang niet meer. Uit de sluike pieken puilen een paar afgerolde nylons naar buiten. De redders van net, staan nu te joelen om haar heen. Luid jankend en met zwarte laarzenbenen, druipt ze af.

Ik trek me terug, schaam me voor wat zich ontketent uit dit experiment. De gracht is één grote mess van schollen en schotsen. Wit gerijpte takken hangen boven een asgrauwe drats. Hoe lelijk kan je ‘t krijgen na het zwanendons van even ervoor?
Een ingesnoerde zandloper, leeg geraakt tot op de bodem.
Meteen moet ik niks meer hebben van volgers. En wespentailles roepen walging op. Misselijk van de draaierige dombo’s die langs de kant alleen stonden af te wachten of het ijs hen houden zou. Alleen de gelegenheid te baat namen – zonder verkenning hoe verder. Dan glijden je mogelijkheden toch vanzelf af naar een dal in de deining. Hoe zou een holle golf je kunnen dragen?
Het wordt stil om me heen .. de pauze zal allang voorbij zijn.

Even verderop klinkt nu gejoel. De ‘Spinazieacademie’ zeker. Uitgelaten meiden met klossende klompen op een andere gracht. Dat wordt geen schaatsen zo.

Haantje de voorste .. gebeten hond. Ik zal vast op mijn donder gekregen hebben. Niet zozeer thuis als wel op school.
In die tijd werd alles met straf afgedaan. Praten kwam later. Je wist niet half.

Tijd staat niet stil .. nemen we aan.. terwijl we er deel van uitmaken. En wat erin gebeurt nemen we aan als gegeven.
Wat je te weten komt, ontwikkelt zich razend snel in de omgang ermee. Ervaringen eigenen zich een leven toe. Het gebeurt gewoon, haast onbewust.
Gaandeweg peilt een huiverend geweten naar haar ontdekkingen in de aaneenschakeling van huidige tijd.
Geen enkel moment in die keten lijkt vast te leggen. Hooguit weer te geven in een beeld, een verhaal, in een natuurwet misschien.
Als gelegenheid voor de herinnering aan wat je ooit uitvond.
Een spel om telkens weer in te zien, te onderzoeken en er nieuwe essences uit te destilleren.
Ieder moment ontwikkelt zich verder aan wat jou- en wat jij in omloop brengt. Een omgang die een gedaante aanneemt.
Een schaal resonerend op binnen en buiten. Een ademende huid. Trillend in haar doen en laten gaat ze een wisselwerking aan. Ingaand op omgeving, laat ze ingevingen toe die op hun beurt gebeurtenissen vormen. Een menselijk kunstwerk .. zo mogelijk.

Immens gegeven, wat weet je ervan? Houden we het bij: ‘de tijd zal ons leren’ .. of bieden wij ons de ruimte voor de tijd die aan zichzelf toekomt?
Van broeinest naar broedplaats.

Volgende keer deel 2 in van broeinest tot broedplaats: Doemdenken of veilig wanen?
Kunnen broedplaatsen een rol spelen in onze verhouding tot wat er zoal rondzingt over ‘de toekomst’?

Het is mogelijk dat dit deel eerder uitkomt dan het volgende blog bij Loos Alarm (op 3 november a.s.)

VOETNOTEN
Banner 1
I Also Like to Live Dangerously is een internetmeme, afgeleid uit de komediefilm Austin Powers: International Mystery Man uit 1997, uit de blackjack-scène waarin Austin Powers (gespeeld door Mike Myers) besluit te blijven wanneer hij “vijf” heeft en zijn iconische uitspraak doet: “I Too Like Dangerously Live”. Een internetmeme is een concept (idee, stijl of actie) dat zich via internet vaak in hoog tempo als een afgeleide of imitatie verspreidt.

Banner 2 Klik op de banner of klik hier om af te spelen
Een filmpje door een van ons beiden in Kassel genomen van een muntje dat je in een zwart gat kon laten verdwijnen.
En een beeld uit Het discriminerende algoritme of Hoe treden we op tegen de uitwassen van kunstmatige intelligentie? Een terug te kijken programma van de Rode Hoed via LINK Liever luisteren? Dat kan ook:
Suikerspinkapsel en seksbom . Het kapsel lijkt wat op de neus van een B-52 bommenwerper. Dat verwijst weer naar naam van de Amerikaanse band The B-52′s, van wie de zangeressen Kate Pierson en Cindy Wilson zo’n kapsel droegen.

‘Aankomen in een vertrek’ is een verdichte gedachte van mijn hand. De zin komt uit een gedicht waarvan meerdere regels over verschillende lichtkrantjes zijn verdeeld. Deze lichtkrantjes vormen onderdeel van een installatie voor een lift of bij een wenteltrap. De installatie is voort eerst te zien in de Koornmarktspoort tijdens de tentoonstelling ‘Openbarstig Weerbaar’ van ons als ANDart nog. ik meen dat het in 2007 was.
De regel: ‘Aankomen in een vertrek’ staat nu voor ons tijdelijk verblijf in het atelier dat we via Carex – leegstandsbeheer huren. De tekst hangt nu op uitgezaagde panelen in het werkvertrek van Het Werk – IJsselmuiden

Meer over bordeelsluipers: link

Over wat suikerspinkapsels met seksbommen verbindt

Heldere uitleg over Pleiners, Dijkers, Mods en andere Nozems vind je via URL

Bladen waaraan je in die tijd je hart aan kon ophalen, (wat ik pas vanaf 1966 ging doen): Twen en later Taboe https://www.hansvervoort.nl/index.php?page=2&columnId=53&columnNoFlash=1 gevolgd door Hitweek en later Aloha . Na 10 maart 1966 om precies te zijn.

Zoals de in die tijd bestaande huishoudschool werd genoemd. Een vorm van nijverheidsonderwijs voor meisjes, zoals de ambachtschool er voor jongens was. Die school had voor zover ik weet geen bijnaam.

jubileumconferentie NEXUS: The Ring of What Will Rule the World op 10 november a.s. ZIE

Ronald Havenaar – Naar de bliksem, maar nu nog niet. Over hedendaags doemdenken. uitg.Prometheus
NRC Volkskrant
Interview in Filosofisch Magazine FM nr. 10/2019

]]>
https://oud.workheart.nl/2019/10/loos-alarm-68-broeinest-broedplaats-deel-1-buugtrappen/feed/ 0
Loos Alarm # 67 DWZ met de huh van hopla tussen knots en hatsiekadee https://oud.workheart.nl/2019/09/loos-alarm-67-dwz-met-de-huh-van-hopla-tussen-knots-en-hatsiekadee/ https://oud.workheart.nl/2019/09/loos-alarm-67-dwz-met-de-huh-van-hopla-tussen-knots-en-hatsiekadee/#comments Mon, 02 Sep 2019 09:39:17 +0000 workheart http://oud.workheart.nl/?p=9739 Lees verder ]]> work#art-I don't think

In dit blog ben ik op zoek naar taal voor wat ons momenteel bezighoudt. best wel Ingewikkeld en behoorlijk gecompliceerde stuf.
Demasqué: openbaring of ontgoocheling? Geheimhouden of verklaring zoeken? Begrijpen of doorkrijgen?
Het dient zich aan: het is zover, zo ver ..
Tussen de laatste VPRO Zomergast gisteren en de documentaire FREEK die vanavond op de buis te zien is, schrijf o.a over .. zie voetnoten

Moderne omstandigheden tonen hoe het lot van de mens en het lot van de natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De menselijke beschaving heeft de planetaire grenzen bereikt, en zelfs overschreden. Met de introductie van het begrip antropoceen is het wellicht mogelijk onze visie op- en daarmee verhouding tot – en onze omgang met de aarde grondig te wijzigen.

Uiteindelijk kom ik terecht bij Rene ten Bos (voormalig Denker des Vaderlands) die n.a.v. zijn pas verschenen boek Extinctie, de Twentse dichter H.H. ter Balkt (1938-2015) aanhaalt.
***

Het lastige is dat klimaatverandering zo moeilijk te voorspellen is. Het gaat altijd om scenario’s. Als we niks doen, zal het op aarde waarschijnlijk steeds warmer worden. Maar wat wil dat zeggen? We weten het domweg niet.’
Volgens Ten Bos moet kennis over landschappen en dieren niet alleen van de wetenschap komen. ‘Op een gegeven moment worden we data-moe. Er komen nu steeds meer initiatieven om mensen die niet wetenschappelijk zijn geschoold bijvoorbeeld vogels te laten tellen. Daar ben ik groot voorstander van. Dat zet mensen aan tot een intiemere verhouding met hun omgeving.’ **

Is die intimiteit belangrijk?
‘Zeker. Wij voeden ons met planten en dieren en we kleden ons erin, maar dat is niet hetzelfde als ­intimiteit. Dat is parasiteren, meevreten. Het intieme is een sfeer die je je juist níét kunt toe-eigenen. Het is datgene in jezelf wat je niet begrijpt en waarvan je hoopt dat een ander daarin duikt. Liefde is bijvoorbeeld intiem, want je kunt je de ander niet toe-eigenen. Wel denk je: die ander kent mij beter dan ik mijzelf ken. Onze omgang met de omgeving is nooit op zo’n manier intiem geweest. En dat is een van de redenen dat extinctie nu een nijpend thema is.’

Ten Bos pakt een bundel uit de kast van de Twentse dichter H.H. ter Balkt (1938-2015). In het gedicht ‘Het lied van de revolutie’ beschrijft Ter Balkt de slacht van een varken. Hij declameert:
*************‘Het varken is op de ladder geklommen
*************weliswaar op zijn kop, toch doodgemoedereerd
*************en zingt ons toe, losjes opengelegd
*************als een landweg; ja, druppel voor druppel
*************zich legend in de donkerblauwe emmer
*************toont hij de gletsjer van zijn speklaag
*************zijn wondere inwendige sneeuw, zo diep,
*************zijn bergbeklimmersinnerlijk.’

Wat me opvalt: geen galgenhumor hier.
‘Uiteindelijk vindt er in het gedicht een transsubstantiatie plaats die je komisch zou kunnen noemen. Het varken wordt mens en onderwerpt zijn voormalige soortgenoten. Ter Balkt is een geweldig stilist. Wie verzint dat nou, om de speklagen van een varken te vergelijken met een gletsjer? Gletsjers zijn nu in de problemen, net zoals dieren. Dit soort taal hebben we nodig.’

Puimsteenvlakte-op-Stille-Oceaan(detail-600x338)

In de Stille Oceaan drijft een enorme verzameling vulkanisch puimsteen richting het grootste koraalrif ter wereld, de Great Barrier Reef. Twee zeilers hebben het gesteente gespot enkele dagen nadat, (naar men zegt zegt) volgens NASA, een onderwatervulkaan bij Tonga in Polynesië was uitgebarsten. Onder water vormt de lava zich tot de lichte steen die naar de oppervlakte drijft. De massa, zo’n 150 kilometer groot, heeft nog een lange tocht te gaan. De komende maanden zal het de eilandengroep Nieuw-Caledonië en de oostelijke Koraalzee passeren. Zo’n zeven maand later komt het terecht voor de Australische kust.
inzet links puimsteen, inzet rechts meteoriet

VOETNOTEN
zomergast Theatermaker Ivo Van Hove Vanaf 1 september nog 10 dagen te zien.

Freek – NPO2 vandaag 20:30 • VPRO • 1 uur en 21 min  Filmmaker Dennis Alink (1989, Unknown Brood, Goin’ Rectal) onderzoekt hoe cabaretier Freek te Jonge omgaat met zijn houdbaarheid. Wat heeft hem gevormd, wat houdt hem al die jaren gaande en hoelang gaat hij nog door?
Ik lees net dat de VPRO maar liefst 9 nominaties in de wacht heeft gesleept voor een Prix Europa 2019: de prijs voor de beste Europese televisie-, radio- en internetproducties. En ‘ook MAX heeft zoveel te bieden’, zei Maxim Februari als zomergast in de vorige aflevering. Ik geloof ‘m meteen.

Uiteindelijk blijkt het een zinsnede uit de Ethica (1677) van Spinoza. Hij stelt daar: ‘Liefde is Blijheid, vergezeld door de voorstelling van een uitwendige oorzaak.’ Vanno Jobse schrijft over deze zin: Een van de mooiste en tegelijk droogste definities van de liefde is wellicht die van Spinoza in de Ethica. Voor Spinoza is liefde de eenvoudige vreugde om het bestaan van iemand anders, een blijdschap die door de ander veroorzaakt en op hem is gericht. Hij haalt daarbij Cornelis Verhoeven aan, die Spinoza in zijn boek Dierbare woorden citeert: ‘De omschrijving is zo elementair en tegelijk zo ontroerend omdat zij minimaal is en ontdaan van alle lawaai en alle vettige nobelheid’, Vanno Jobse: De liefde is in deze definitie niet een gebod of een plicht, maar blijdschap om het pure feit dat de ander er is. Verhoeven: ‘Mensen houden bij voorbeeld van hun kinderen, en van hen misschien wel het allermeest, omdat zij blij zijn dat die bestaan, precies zoals ze zijn. Er ligt niets hebberigs in de liefde en het liefhebben volgens Spinoza. Bij nader inzien is het minimum dat hij omschrijft tegelijk het hoogste en meest belangeloze niveau.’

‘In de Metafysica van Kwaliteit is ‘veroorzaken’ een metafysische term die vervangen kan worden door “waarheid”,’ schrijft Robert M. Pirsig in Lila. An inquiry into values (1991)
Timon Meynen zegt hierover: Eeuwenlang hebben empiristen, die alleen uit willen gaan van wat we kunnen waarnemen, moeite gehad met oorzakelijkheid. Je kunt wel zien dat het ene (altijd) na het andere komt, maar dat dat ene dat andere ‘veroorzaakt’ kun je niet waarnemen. Intussen doen wetenschappers en gewone mensen alsof ze leven in een wereld vol causaliteit. Volgens Robert M. Pirsig (1928-2017) verandert er niks aan de feiten van ons dagelijks leven of de wetenschap als je in het vervolg niet langer zegt ‘A veroorzaakt B’, maar ‘B waardeert A’. We zijn gewend te zeggen dat het bewegen van metaal in de richting van een magneet te verklaren is doordat de magneet die beweging veroorzaakt. Maar je kunt volgens Pirsig met evenveel recht zeggen dat ‘metaal de beweging richting de magneet waardeert’. Timon Meynen: Deze verandering heeft belangrijke consequenties voor ons wereldbeeld. Want ‘oorzaak’ impliceert absolute zekerheid, terwijl het bij ‘waarde’ meer gaat om ‘een voorkeur’. Volgens Pirsig past dit ook beter bij de moderne natuurwetenschap, waarin een enkel deeltje geen voorspelbaar gedrag vertoont. ‘Wat een absolute oorzaak lijkt is niet meer dan een zeer consistent patroon van voorkeuren.’ BRON: Filosofiekalender 17 Augustus2019

*** Rene ten Bos voormalig denker des vaderlands schreef twee verbindende boeken Dwalen door het antropoceen en Extinctie. Mbt dat laatste boek schrijft hij in Filosofie Magazine FM nr. 5/2019: ‘De menselijke extinctie wordt rommelig en bloederig’

H.H. ter Balkt (1938-2015). In het gedicht ‘Het lied van de revolutie’

Een massa-extinctie of -uitsterving is het wereldwijd massaal uitsterven van vele soorten organismen in een relatief korte tijdsduur. Er zijn tot nu toe vijf momenten (de “Big 5″) van massaal uitsterven bekend, waarvan het grootste 251 miljoen jaar geleden plaatsvond, bij de overgang van het Perm naar het Trias. 95% van alle in zee levende soorten stierf toen uit. Bij de laatste grote massa-extinctie, 65,95 miljoen jaar geleden, stierven binnen een relatief zeer korte tijd plotseling de meeste dinosauriërs, rudisten en ammonieten uit, die in de periode daarvoor het aardoppervlak en de zeeën domineerden. bron Wikipadia

zesde massa extinctie Deze uitsterfgolf – door de mens veroorzaakt – begon voor 8000 BC (het Holoceen ) en gaat in versneld tempo door tot het heden. De IUCN gaat ervan uit dat het uitsterftempo een factor 1000 tot 10.000 hoger ligt dan dat van het uitsterven dat altijd plaatsvindt onder natuurlijke omstandigheden en “achtergronduitsterven” wordt genoemd.
Dit uitsterftempo steeg aanvankelijk heel geleidelijk.De factoren die nu het uitsterven bepalen zijn anders en daarom in puur wetenschappelijk opzicht moeilijk te vergelijken met de factoren in eerdere geologische perioden.
Het ecosysteem Aarde is ernstig bedreigd, inzake klimaat, biodiversiteit, gezondheid van de oceanen, ontbossing, en de huishouding van water, stikstof en koolstof. De stabiliteit waarop de mensheid de laatste 11.700 jaar heeft gesteund, dreigt te verdwijnen. Daarom is een radicale transitie nodig. Zie akkoord van Parijs en Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

Sinds 1998 wordt Het Living Planet Report opgesteld; een tweejaarlijks verslag waarin het WWF een kwantitatief beeld wil schetsen van de toestand van het natuurlijk milieu, en van de milieudruk van de mens. Daarvoor wordt gesteund op de Living Planet Index en ecologische voetafdrukberekeningen. Sinds 2015 wordt er ook een speciale Nederlandse editie van het Living Planet Report uitgegeven.

De voorstelling Robot speelt nog tot 29 september a.s. Zie de website van VIS a Vis die verder naar recensies verwijst.
Picnic door Vis à Vis – Over the making of special effects – recensie in Theaterkrant en de engelse trailer

]]>
https://oud.workheart.nl/2019/09/loos-alarm-67-dwz-met-de-huh-van-hopla-tussen-knots-en-hatsiekadee/feed/ 0