
Als kind stelde Douwe zich de aarde voor als een bol die zich, via de kruinen van de bomen, drijvend wist houden aan de hemel. Haar takken als wortels in de lucht. In hun droom graven kinderen ook diepe gaten, om aan de andere kant van de globe weer boven te komen. Na die onbevangen leeftijd groeit de blik steeds meer naar binnen en raakt bezwangerd van de eigen ontwikkeling, waarmee een mens zich naar buiten profileert.
Inmiddels zijn wij er wel uit dat onszelf door de aarde boren niet zal lukken, maar er omheen gaat des te beter. Om de aarde over haar bol te aaien, bereiden we een paar kunstevenementen voor, die straks over de horizon gaan plaatsvinden. Het boek De Ontdekking Van De Aarde van de geoloog Peter Westbroek heeft hier veel mee te maken. Zijn fascinatie voor de planeet boeit ons evenzeer. In een indrukwekkend vertoog schetst hij zijn kijk op de evolutie van de aarde en het menselijk bewustzijn. Beide vanuit hun prille ontstaan.
Je leest hoe onze oriëntatie verandert, naargelang we dieper doordringen in het verhaal van onze planeet en tegelijk – letterlijk – meer afstand weten te nemen van de materie. Via de ogen van de mens is de aarde bezig zichzelf gewaar te worden. Op een dergelijke manier worden wij onze eigen wereld gewaar via de ogen van anderen in een ver land. En raken we langzamerhand vertrouwd met de werking van die blik.
Een paar dingen uit het boek willen we je niet onthouden:
Ruim een miljoen jaar geleden, toen de mens gereedschap in gebruik nam, ontwikkelde hij het vermogen om zijn eigen handelingsbeslissingen uit te stellen. Zo nam hij afstand van de dieren. Dit vermogen groeide uit tot de complexiteit die we momenteel ervaren en waar we vreemd van opkijken nu en dan.
Sinds de ruimtevaart het mogelijk maakt om de aarde van een afstand waar te nemen, is het proces van onderzoek in een nieuwe fase beland: we zien haar, onszelf èn alles wat daarbij komt kijken. Dit beeld dringt door in een nieuw besef. De verbinding tussen ons eigen leven en dat van de aarde als geheel is in een stroomversnelling geraakt.
We kunnen tijd/ruimte besef zo oprekken, dat we verleden en toekomst kunnen betrekken in ons actuele bewustzijn. En daarmee onszelf, ons doen en laten en onze plek op aarde bezien en bijsturen. De aarde is, met alles erop en eraan, is een complex systeem van zichzelf regulerende energieën geworden. Een uniek vitale verschijningsvorm in het heelal. Begrepen via de gang van de elementen tot materie, werd de bol een levend organisme dat zichzelf ontdekt via ons groeiend bewustzijn.
Iedereen kent dit beeld dat oprijst en weet zich in die foto: icoon van reflectie. Al die eigen oriëntaties door iedereen anders ingevuld, vallen er samen in een overwhelming bewustzijn. We zijn terechtgekomen in een schitterend avontuur. Een sprong door bundeling van heel veel krachten die al meer dan 40 jaar doorwerkt.
Een ontroerende ontwikkeling waarin wij ook doende zijn. Een vitale context voor ons eigen aandeel. Wat in ons opkomt als weergave te zien van wat zich aan de horizon aftekent. Art en eigen aard verbonden. En wat tussen beide voortvloeit, ontstaat vanuit een herinnering voorbij ons weten nu .
Tijdens zijn onderzoek liep Westbroek steeds vaker aan tegen vragen, die vanuit zijn vakgebied niet meer te beantwoorden waren. Hij zocht zijn heil bij andere wetenschappen en betrok die bij zijn vraagstelling. Deze bundeling leidde tot de oprichting van Earth System Science, een instituut dat de aarde als één samenhangend systeem in het heelal opvat en onderzoekt.
Zelden lazen we zo’n inspirerend boek. Het brengt veel bijeen waar we zelf ook op zinnespelen. Dit geeft energie mee te onderzoeken wat er gaande is. In onszelf en om ons heen, tussen beiden en samen met anderen.
Oefening baart kunst en wordt vanuit nieuwsgierigheid gevoed. Om materiaal te laten spreken in een taal die de onze nog moet worden. Met vreemde ogen te kijken naar wat we van onszelf krijgen te zien: poëzie die communiceert nog voor het begrepen wordt. Ook naar publiek.
Door over de horizon te gaan, dwingen we onszelf nog basaler te werken en als vreemdeling met een andere omgeving in contact te komen. In samen met kunstenaars ter plekke balancerend een vervolg te ontdekken. Hun omgeving en het daar gevonden materiaal, bieden dan de gastvrijheid om bij elkaar schroom te overwinnen en het nieuwe van elkaar eigen te maken.
Dit verruimt de mogelijkheid om kunst als oriëntatie in te zetten in een spel van kneden, zaaien en elkaar bevloeien. We deden dat al in Europees verband.
In VietNam wordt ons zo’n nieuwe mogelijkheid geboden. Het Museum voor Schone Kunsten in Ho Chi Minh Stad programmeert volgend jaar een groepstentoonstelling voor Nederlandse kunstenaars.
We haken hierbij aan en brengen daar onze benadering in praktijk met Vietnamese kunstenaars. Een eerste expeditie in Azië. Onze bagage kiezen we samen, spreken een begin af en van daar wordt het één groot avontuur.
Vanaf de maan liggen Nederland en VietNam niet ver uit elkaar. De werkelijkheid is wat weerbarstiger maar daardoor zeker zo interessant.
In aanloop naar de start van het evenement broeit het al. In onze kleine kosmos gist en rijst het dat het een aard heeft. We zijn al van alles aan het onderzoeken.
Vanaf grote afstand richten we ons op dat onbekende. VietNam komt langzaam dichterbij.
.. maar wie schiet nog het jaar te binnen
dat wij raderdiertjes waren
of wier, te weerloos om te paren
te popelen laat staan beminnen?
En toch als in die eerste dagen
twee algen heel dicht samen lagen
ontblootte hij die toen nog zweeg
of al geleerd had eerst te vragen
een bult van louter zelfbehagen
en barstte in haar leeg.
Leo Vroman * 1915
Ja wie niet uit: Psalmen en andere gedichten Querido, Amsterdam, 1995

hyperlink naar VPRO boeken
hyperlink naar initiatief Viet Nam
