fenomena
Afgelopen maand zei een vriend van ons zijn eigen leven vaarwel. Hij zag geen keuze meer.
Een definitiever gang kan een mens niet gaan.
Je ziet het aankomen .. een aarzeling in het vermoeden .. de kanteling in haar keerzij .. en dan blijf je achter rond een leegte vol herinnering.
Dat volledige karakter van wat was, tekent de zwaarte van het toegeven: een bij leven blijkbaar niet te klaren klus.
Tot voor kort profiteerden we van de aanknopingspunten die we bij elkaar ontdekten. Zo haalden we het optimale uit ons contact.
Zijn fascinatie voor kunst en betrokkenheid bij wat we aan het doen waren, zorgden voor zijn aandeel in drie werken.
The finishing touch .. niemand kon dat beter als hij: vergulden. De titels spreken boekdelen: Goud op snee, Onderscheid en Ademtocht.
Hoe zijn afwezigheid ons leven doordrenken kan. Maar ook op iets stuit wat door wil dringen, wakker wil worden en ontdekt.
Het is als aankomen in een vertrek: de opengevallen ruimte brengt iets teweeg.
Daarbij doet ons werk, het werk voor ons. Het disciplineert tot het onderste uit de kan.
En verwerken is ook werken. Woorden als angst en verfijning hebben ermee te maken.
We hebben het veel met hem over die beide begrippen gehad: van diep uit liggen ze in verband en hebben iets te maken met elkaar.
Die twee woorden stel ik me voor nu:
Daar liggen ze als het ware in elkaar verstrengeld en doen wat hen gewoon is. Ze liggen daar dus niet voor niets.
Natuur krijgt zelfs in ‘t donker voor elkaar. En wat je natuurlijk afgaat, heeft geen weet van buitenaf.
Zonder te kloppen stap ik dit geschetste beeld in en krijg door dat ik stoor.
Ik schrik terug van de intimiteit die ineens openbaar wordt: ‘oh pardon’.
Zij schrikken van het licht dat binnenvalt: wat ik zie was niet voor mijn blik bestemd.
Het is gebeurd.
Er is iets onvermijdelijks in ontstaan .. de blik van twee kanten .. een inbreuk .. onmiddellijk en in eens .. een doorbraak.
Wat nu gebeurt, gehoorzaamt een ontwikkeling. Wat daaruit voortkomt, baart op haar beurt weer gevolgen.
Besef is overwhelming ..
En nu? Het is aan mij. Willen ze wakker worden uit zichzelf?
Een ochtendhumeur is geen optie en heilig is heel laten: Je mag er alleen maar naar kijken, maar aankomen niet.
Nu aan een kant een leven stopt omdat het niet meer klopt .. scharniert de deur de andere kant op, klapt open naar mij en nodigt uit om weer te kijken.
Overnieuw.
Ik proef de ingehouden adem tussen beiden, stap terug ..
De tijd stokt even maar valt niet te stuiten .. strekt zich .. rekt zich uit .. ontplooit zich tot een geeuw in flarden van miljarden eeuwen.
Nu drijf ik op haar stilte ..
Al schrijvend blijkt dat ook het blog een eigen leven leidt. Het leest ons de les, wil het onderste uit de kan en wijst op krachten waarin we ons klein en machteloos wanen. Kwam eerst het besef van een uitdijend heelal, nu is het de tijd die de ruimte oprekt: een onwaarschijnlijk eigen ademtocht. Zich verfijnend tot een nevel een dampkring waar het licht op valt. Wat daarin ontstaat gaat met onze eigen ontwikkeling gepaard: een bel van besef die groter wordt en kringen trekt. Binnen bellen van schuim waarvan de raakvlakken facetten vormen als onderlinge lenzen.
Daar drijf ik, kringen trekken zich los om me heen. Voorbij waar ik bij kan, voorbij waar we zijn. Zonder van binnenuit de rimpeling aan de buitenkant te kennen, zonder enige verklaring, in een vertrouwen op wat daarachter ligt. De uitdaging ligt in diezelfde verstrengeling naar buiten nu. In de onbevattelijke opdracht onszelf mee te maken, vrij en overwhelming bewust.
Poëzie .. in die vervoering gedreven zijn.
Links naar de afbeeldingen van het werk en details met bladgoud:
Goud Op Snee Onderscheid Ademtocht
