Ploegje

Wonderlijk hoe gebeurtenissen zich aaneenrijgen, symbolen ineens weer opduiken, verband krijgen of een nieuwe betekenis.
Of is het dat je die eraan geeft?
Ik zou ‘t niet weten. Behalve dan dat ik ervaar dat het gebeurt voor je ‘t weet.

Het overkwam me voor ik er erg in had. Het komt gewoon op. Een heel klein tekeningetje uit een oude encyclopedie van een verroeste ploeg. De ploegschaar uit Openbarstig weerbaar. Ineens was het beeld daar weer .. een heel klein logootje dat Bas van Damme inbracht in een gezamenlijke installatie in de Koornmarktspoort. Dertien jaar geleden. Nu deed het daar van binnen z’n werk.
Ik stond achter katheder II die Bert uit de opslag had getrokken voor de opening van Hoogtij.
M’n openingspraatje ontstaat altijd ter plekke, woorden gaan stromen in contact. Wat je op zo’n moment zegt, roept zich tevoorschijn. Gewoon omdat ze in die gemeenschappelijke aandacht terecht willen komen. Alleen die afstemming woelt de woorden al op. het praatje vindt plaats, komt terecht en resoneert ergens in de genodigden.
Ik wist dat ik een gedicht van Bernlef zou voordragen en dat deed ik dus:

………………..Schittering

………………..Verlegen maakt iemand
………………..op zijn mooist, siert hem
………………..van binnen

………………..Verstrikt in aarzelingen
………………..houdt hij het schichtig
………………..voor gezien

………………..Trekt hij van twijfel of
………………..is het inspanning zijn
………………..hand niet te laten vangen
………………..door gebaar, zijn mond door woord?

………………..Door afwezigheid
………………..schittert hij even

………………..Dan kiest hij opnieuw zijn naam
………………..en stelt zich handenschuddend voor

Niemand heeft ‘t ploegje gezien, dat daar in me begon te werken, maar ineens kreeg ik het over ‘dood gaan’, ‘je door de grond voelen zakken terwijl je rechtop staat’.
En toen over vallende kwartjes die de aanleiding vormden voor dit grootscheeps project dat nu start in de Toonzaal.
Hoogtij is niet niks. Een project van misschien wel een heel jaar lang. Elk weekend twee kunstenaars die broeden laten ontstaan. Het zijn er inmiddels bijna vijftig die meedoen. Zo natuurlijk als kunst haar gang kan gaan.
Hoogtij komt voort vanuit een breed gevoelde behoefte onder Kamper kunstenaars naar een beter kunstklimaat. Zo werd Hoogtij 2.0 in het leven geroepen. Ze komen ‘in het veld’ bij elkaar.

Het lijkt maar zo dat de stad er niet meeteen op zit te wachten. Mensen die nooit kunst kijken, komen nu gewoon binnen. Alsof t de normaalste zaak van de wereld is. En waar t allemaal over gaat als ze met elkaar kijken en praten. De tongen komen los. Maar heel anders dan ze gewend zijn. Ter plekke wordt het veld omgeploegd. We voelen de kanteling al van de grond, de voedingsbodem, de volksaard.
Hoe ‘t ontstaat. Ze staan schouder aan schouder opzij van een werk. En dan gebeurt het onwillekeurig. Ze hebben ‘t zelf niet eens door.
Maar blij dat ze kijken als ze weggaan, pas dan zie je hun ogen.

Een van de kunstenaars mocht vanwege het bekende euvel waar we allemaal mee kampen, niet komen.
We verzonnen er iets op, zagen ‘t voor ons gebeuren hoe ze er vorm aan gaf:.

………………..Een diepe zucht
………………..Ze weet niet wat ze doen zal
………………..dan krast ze wat
………………..met een balpen op een blaadje

………………..Er komen allemaal gezichten uit

………………..Ze laat het aan me zien
………………..balpenblauwe wolken
………………..kijken haar aan
………………..En nu mij

Een kwestie van digitaal sturen en printen. We hingen ‘t blaadje niet op maar staken ‘t in de catalogus. Daar valt t op en krijgt het aandacht, alsof de katern zelf weer openvalt.

Wat om er ons heen gebeurt gaat dat buiten ons om? Wat je gebeurt, gaat dat buiten je om?
Hier gaat ‘t door je heen, als je er echt contact mee maakt. Zo ontstaan er verbanden, vallen de kwartjes en poppen ideeën op.

Wonderlijk, een burgemeester die nog net even na sluitingstijd langs wipt? Zo gaat dat in Kampen Zo ontstaan en gebeuren die dingen. Ze gaan hun gang.
Gewoon maar zo.

Ploegschaar

Bernlef in: ‘Winterwegen’ uitg. Querido A’dam 1983

Comments