

klik op de foto links
voor een animatie
van Volker Dörr.
Terwijl ik dit schrijf, hangt ze daar laag aan de oostelijke hemel: de Maan.
Uitnodigend vrij en kleurend als een eidooier van oranje naar geel.
Nog even doorkijken en ik verlies me zomaar in haar baan, weet ik.
Laat maar gebeuren ..
Een lijn tekent zichzelf af ..
Een hele omloop van begin tot begin. De vormen waarin we haar belicht zien tijdens die stadia heten Schijngestalten .
Een maand in een maankalender deelt de tijd anders in dan een kalendermaand.
Maar dit keer vallen beide tijdrekening bijna samen. 2 juli was het eerste volle maan moment. Om 04:22:22 om precies te zijn.
Op 31 juli staat ze weer in het volle licht. Maar dan overdag om 12:45:46. Of we haar dan kunnen waarnemen, valt te bezien.
Grillig weer en springtij horen bij Volle en Nieuwe maan.In de aanloop, bij Wassende maan dus, wordt ik steevast wakker als ze zomaar door de ramen naar binnen schijnt. Op de ark gebeurt dat dubbelop.
De weerspiegeling van haar schijnsel in het water, doet het plafond in rimpelingen oplichten. Reflecties tussen al die schijngestalten, spiegelingen en afspiegelingen kunnen me behoorlijk bezighouden. Ze verwijzen naar haar omloop in de ruimte en de getijden die dit op aarde voortbrengt. De dynamieken die achter die schijngestalten schuilgaan, gaan met haar fasen van omloop gepaard: een spel van aantrekking, afstoting, eb en vloed bijvoorbeeld.
Ik geef graag toe aan de deining die dat krachtenspel veroorzaakt. Niet alleen rond de aarde maar ook in mezelf. Of het met nu met open of gesloten ogen is, ik droom mijn dromen in hun eigen baan en werk ermee. Maankalenders houden in hun tijdberekening, rekening met dat spel van getijden.
Ze betrekken er soms ook de andere planeten van ons zonnestelsel bij. En gaan dikwijls nog verder dan dat. De nachtelijke hemel als afspiegeling van de levende werking op aarde en in jezelf. In Azië bijvoorbeeld stemmen ze de tijden van zaaien, planten en oogsten er op af.
De laatste Volle Maannacht sliep ik buiten op het platte dak, starend naar haar dans rond de aarde. Ik volgde aandachtig het spoor dat ze trekt en liet me meevoeren. Sinds kort weet ik dat de maan als zodanig pas 4,47 miljard jaar bestaat. Ze ontstond uit een botsing tijdens de inslag van ruimtematerie op de aarde die zelf alweer 13,7 miljard jaar oud is. Lange tijd moet er dus sprake zijn geweest van grote duisternis ’s nachts.Kon men toen al spreken eigenlijk of zichzelf een voorstelling maken? Ik zou ‘t niet weten? Maar ik kan me er wel over verbazen, me verwonderen erover .. begrijpen dat ik het maar nauwelijks bevatten kan.Een overwhelming moment met zoveel lagen van besef. Ik laat ‘t me maar overkomen en diep tot me doordringen. En rek mijn verbeelding op naar het moment waar alle materie nog oneindig dicht op elkaar zat, totdat uit de oerknal het vroege universum ontstond als een enorme rimpeling in tijd en ruimte. Een rimpeling waar ik nu onder lig te dromen. Een gelukzalige huiver maakt zich van me meester .. Slaap ik of droom ik?
We leefden er al een paar dagen naar toe en nu is ’t zover. ‘t Is 20 juli 1969 .. Een warme zomerdag en heet van de naald. Die middag en avond zijn we aan de buis gekluisterd. De TV een houten kast. De dikke glazen plaat ervoor, houdt me op afstand van de diepe beeldbuis erachter. Die zuigt mijn blik naar binnen, de ruimte in ..
Een hese stem en streperige beelden. Op zo’n 100 km van het maanoppervlak, maakt de maanlander zich los van het moederschip en landt met twee astronauten erin, zachtjes op de maan. Ik hoor de stem van Armstrong onderaan de ladder: I’m going to step off the Lem now. En nadat hij zijn linkervoet op het maanoppervlak zet: That’s one small step for a man, one giant leap for mankind. De rechtstreeks uitgezonden woorden en beelden bereiken op dat moment zo’n 450 miljoen mensen.Als aan de grond genageld sta ik daar. Overvallen door een zinderende mengeling van hoogtevrees en klamme huiver. Een zinnelijk geladen intimiteit trekt door me heen. Te leven op aarde, met alles en iedereen om me heen en nu met die maan als stralend middelpunt. Dan zien we het echt: de voeten van Aldrin zoeken de treden naar beneden: een kleine stap, een reuzensprong. Een ongeëvenaarde niet terug te draaien ommekeer. Ik weet me een ander mens.De missie had een duur van minder dan 200 uur. Uiteindelijk worden de drie mannen heelhuids opgepikt uit de Grote Oceaan.
Waar precies is me niet bijgebleven. Maar ’t plekje op de maan kan ik je zo aanwijzen.
Vreemd wel, als je naast me zou staan en ik doe dat met m’n vinger, weet je echt niet waar je kijken moet.
Het vraagt om woorden of een kaart, willen we samen dat plekje zien. Het blijven indirecte waarnemingen van indirecte waarnemingen.
Kan je je verplaatsen naar die plek? Kan je je nog inleven in die tijd; de ruimte ervaren die zoiets brengt?
De magie van zo’n nieuwe ervaring, een beeld dat op je afkomt. Je gelooft je ogen niet .. een schijngestalte?
Ik merk dat ik aan het denken sla. Onaangeroerd moet die daaltrap er nog staan, op haar oorspronkelijke landingsplaats. Samen met een laserreflector. Hiermee meet NASA de afstand tussen de Maan en de Aarde. Het blijkt dat die jaarlijks met 3,8 centimeter toeneemt. Een wonder van techniek.
Er ligt ook een miezerig bordje met wat handtekeningen. En er staat een vlag. Vast een opgeruimd plekje.
Ergens verderop ligt de stijgtrap. Afgestoten en te pletter geslagen. Wat een rotzooi moet het er zijn daar.. Wat zweeft ervan nog in de ruimte rond?Wisten we toen die leeftijdsverschillen van aarde en maan al? Een twijfel zoekt mijn eigen denkrimpels op. Weten, wisten, gewist.
Ik zie de centimeters diepe afdruk van de schoen in het maanstof. Dat dat stof zo fel het zonlicht weet te weerkaatsen dat haar schijnsel ons bereikt.Ik ruik het pas gemaaide gras op de dijk, de slikkige grond rond de ark. En stel me het licht voor van de aarde dat zich spiegelt op de maan.Techniek, wetenschap, poëzie, het lijken diametraal tegenover elkaar staande benaderingen. Elementen en krachten die niet te verenigen zijn: water en vuur. Ik koester de dynamiek, de levendige opwinding die de relatie tussen hun spanningsverschillen weet voort te brengen, de voorstellingen die ik erbij betrek.
leven .. kwetsbaar nu .. geef laat je nemen .. neem laat je geven .. om het even ..
Toen die tekstregel in me opkwam een paar jaar terug, kon ik er niet van slapen. We lieten de zinnen zakken in de grond en daar lichtten ze op in een bolvormige eyecatcher onder een straatwerkers-tentdoekje. Net als de eerste mens die zich een tekening maakte om de eigen voorstelling onder ogen te krijgen van wat hij voor zich zag. In een diepe spelonk, een hol onder de grond verschijnen ze als tekens aan de wand.
De bevalling, het overwinnen van de eigen huiver. Wat in je opkomt prijs te geven .. voor wat het waard is. De opgewonden spanning van zo’n gebeuren, die je uitdaagt zorgvuldig met zo’n openbaring om te gaan .. de krachten die op elkaar inwerken, de invloedssferen die eruit voortkomen.
Het vraagt om velden en wegen bekennen. Ze laten sporen met de zinnen die je eraan geeft, zien wat er verschijnt en kijken wat er van komt.
Het tij ebt weg in mijn herinnering en wordt weer een rimpeling in tijd en ruimte.
De animatie van Volker Dörr vormt een schitterende metafoor voor onze zoektocht in chaos naar een eigen samenhang. Hoe je zicht kunt ontwikkelen op het krachtenspel dat je erin ontdekt. Een relationeel gegeven waaraan deze planeten zich niet kunnen onttrekken. In hun banen krijgen ze steeds vanuit een nieuw perspectief met een ander brandpunt te maken.
Natuurlijk zijn wij vrijer in de gang die we gaan, maar de invloed van de dynamieken in deze metafoor zijn voelbaar. Een spel van aantrekking en afstoting, laag en hoogtij hebben we gelukkig ook eigen keus in het brandpunt waar je eigen deelname zich op richt. Voor de Een is dat de Ander, voor de ander een bal, voor nog een ander een probleem. Je kan het een uitdaging, een thema of een dienst noemen. Voor de botenbouwer is het de plaats van de mastvoet, waarnaar hij schip, zeil en roer ontwerpt. Voor de kunstenaar de poëzie in welke gedaante die ook tevoorschijn komt.
Tijdens de de Wassende Maandagen komen die dromen bijeen om de verwantschap te onderzoeken in hun opwinding rond al die schitterende verschillen.
Met de deining, het opkomend getij, kunnen we de schijngestalten delen die bij ons opkomen. Of we elkaar zien dan? Dikke kans dat je met vakantie bent.
Wees gerust er volgen er meer .. Steeds is het zover, als je van het zichtbare deel een P kan maken. De P van premier, als aanloop naar een maan die volloopt. Uitnodigend vrij, kleurend als een eidooier van oranje naar geel. Als we samen kijken, kunnen we elkaars dromen volgen, een eindje meelopen, vol lopen, geïnspireerd raken ..
Elkaars poëzie delen in haar schijngestalte en haar baan.
