
deel 1: de Christelijke Sociale Akademie de IJsselpoort in Kampen
Ik vroeg me af: Als mijn leven plaatsvindt door de tijd, maak ik dan mezelf mee? En als dat leven door je omgeving wordt omgeven, hoe krijg je dat dan omgekeerd ook voor elkaar? Hoe maken we mee dat uit de groeiende verschillen een aangenaam contact voortkomt?
Ik nam er de tijd van mijn leven voor.
Elke tijd ontwikkelt de voorwaarde voor zijn rebel .. ²
Een van de instellingen waar ik tot 2010 werkte was de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) Deze bachelor loopt langzaam ten einde.
De afbouw is al een tijdje gaande. Zelf vertrok ik voortijdig. Niet lang daarna trok Windesheim de stop eruit.
Graag kijk ik achteraf nog eenmaal om, vanuit mijn eigen perspectief. Met het oog op verder. Niets staat op zichzelf. Dat geldt voor mij als kerndocent in het team toen en als betrokken buiten-staander nu. Als je aangaat wat jou aangaat vanuit je hartenklop, krijgt de dynamiek die eruit voortkomt de kans om tot leven te komen. Wie weet inspireert het de lezer op deze manier.
Het wordt een lang blog, een Loos Alarm¹ dat ik verdeel in drie hoofdstukken. Dit is deel 1. De andere delen verschijnen later.
Ik ga er vanuit dat dit gebeurt voor de laatste student zijn diploma behaald heeft.
Is dit zo’n verhaal ‘van oude dingen die voorbijgaan’? Wil ik daar een rol in spelen nog? Laatst merkte iemand in mijn bijzijn op: We zijn passanten in dit leven. Bij zo’n opmerking kan ik moeilijk mijn mond houden. En een week terug hoorde ik iemand uitroepen: Je bent nog steeds cultureel werker.
Ook dat vraagt een reactie.
Maar de aanleiding om een extra blog te wijden aan mijn verbondenheid met CMV is de uitnodiging: nog één keer formeel een moment om alle betrokkenen op informele wijze te ontmoeten en feestelijk afscheid te nemen. Er zal wat muzikale omlijsting zijn, misschien zijn er nog wat mensen die graag kort iets willen zeggen, maar bovenal gaan we bijkletsen, wat drinken, dansen en feest vieren.
Ziedanmaarzodan: Daar proef ik de geest van de opleiding weer.
Ik kom zeker dansen en vieren en ben razend benieuwd naar iedereen. En ook naar de nieuwe initiatieven die men ontwikkelt in deze afrondings- en overgangsfase. Op zoek naar een integraal antwoord op de huidige tijd (een oude term voor de ervaren situatie nu). Een tijd waarin de huiver toeslaat.
Een huidhuiver die krampachtige trekken vertoont.
Nu denk ik: Het verhaal van oude dingen die voorbijgaan, is een verhaal. Een eenzaam verhaal ook nog. Zelf kom ik er niet op om ’t zo te willen schrijven. Mijn eigen zindering zoekt naar woorden die ik voor me zie, zodat ik er nu op afstemmen kan. Zinnen in de vorm van een blog, zodat ’t ter plekke geen tijd kost. Zo kan het later nog eens nagelezen ook.
Want CMV en work#art zijn weliswaar verschillend maar het elan van beide bedrijvigheden ligt in elkaars verlengde. Die lijn wil ik wel eens uitwerken
rond de kwaliteit van het leven dat ik als een kunstwerk beschouw. En als zodanig beleef en uitwerk met de mensen om me heen.
Net als toen maar steeds anders.
Rond 1980 kwam ik op de Christelijke Sociale Akademie als docent Manuele Expressie, een naam die ik meteen omdoopte in Beeldend Vormen. Mijn keuze lag bij de opleiding Kultureel Werk (ja met een k) van de CSA en niet bij het Beeldend Kunstonderwijs of de Akademie voor Woord en Gebaar waar ik in mijn vrije tijd veel te vinden was. De opleiding bestond toen een of twee jaar en ik wilde mijn verdienste zoeken in de daad-werkelijke werkelijkheid. Jaja: binnen de volop keuze van een stadje dat bruiste in de voegen van die tijd. Maar ook een stadje waar de spanning tussen van hier en niet van hier volop voelbaar was. Dus bracht ik theater en kunst naar een opleiding die, zoals ik dat toen ervoer, zich verbaal en conceptueel afstemde op de potentie en creativiteit van een bevolkingsgroep die daar zelf weinig fiducie in had. Die het zocht in de eigen vanzelfsprekende eenvoud. Ik houd van het dialect maar niet van de ingehouden adem in de stem. Kampen als tegenhanger en danspartner om te wentelen, te houen en keren. Want, dat was mijn ervaring, leren doe je in samenspel ⋺ 3
Tijdens de sollicitatie werd me de vraag voorgelegd of ik in God geloofde? Pfjoeh een spannende vraag, want ondanks veel twijfel bestond God nog voor velen in die tijd en je wist maar nooit wie je tegenover je had. Zo’n radeloos moment (beschreven in vorige blog). Ik hoorde me antwoorden: ‘Als ik stil zit wel. Maar eenmaal in beweging blijkbaar niet. Dan moet je zelf iets verzinnen. Daar heb ik voor geleerd. Nu lukt het niet meer stil te zitten en ga ik maar leren geloven in mezelf geloof ik, net als iedereen’. Ik voelde mijn bloed stromen, maar in dit comité klopte ’t antwoord als een zwerende vinger.
Een van de aanwezige studenten noteerde mijn antwoord en gebruikte ’m later als aanhef in haar scriptie. Of ze ermee geslaagd is, weet ik niet. Zo bleef de zin bewaard. Anders had ik ‘m nooit onthouden.
leven kwetsbaar nu .. geef laat je nemen, neem laat je geven .. om het even ⋺ 4
Ik had de kunstacademie achter de rug, was opgeleid tot docent en kwam uit de wereld van het theater. Ik zag in ieder mens een vos en een broedende vogel. En de werkelijkheid als een situatie van verstoorde rust. Een vos die zich daar totaal niet mee bezighoudt: die wil eten, hij moet wel. Een dramatisch gegeven: haar angst, haar hele gemoed, haar huiverhuid. Een nest vol emoties. Ze wordt gedwongen tot een keus: opkomen voor zichzelf of voor zichzelf met haar kroost. Zelf-twijfel, je kan eraan kapot gaan. Onmacht kan je lam slaan.
Vaak kom je er in je eentje niet uit. Mensen zijn sociale dieren maar kunnen ook vechten onderling ⁴-¹. Ze kunnen ook worstelen met zichzelf, zich op zichzelf aangewezen voelen en zich terugtrekken. Mensen streven naar samenhang, geborgenheid, rechtvaardigheid, zelfherkenning en een eigen identiteit.
Bij dieren zijn de logica’s zichtbaar in de bouw van het organisme en in hun onderling gedrag. Zie’t in de natuur of films erover: een dier dat zich overgeeft in de bek van de rover, raakt onmiddellijk verlamd, de schrik slaat om het hart.
Bij de drang tot voortplanting geeft het zich over aan de ‘vreemde’ maar volgt daarbij een soorteigen baltsgedrag.
Mensen geven zich over aan de liefde maar hun baltsgedrag kunnen ze zelf vormgeven. Bij theater kruip je in de huid van je voorstelling, die zich gaandeweg ontwikkelt binnen het spel van anderen; de ervaring speelt zich af. In de theatrale situatie raak je bewust van je spel. Via de regisseur bouw je jouw voorstelling in de voorstelling gaandeweg op. Als kunstenaar breng je jezelf in die staat: catharsis of opwinding.
Twee voorbeelden waar ik nog steeds warm van wordt zijn Zie de mannen vallen. .En Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was. De meeste van mijn collega’s uit die tijd zullen zich het Werkteater herinneren.⁵
Er zijn mensen die menen dat gevoel geen logica heeft. Dat logica het gevoel dient uit te sluiten. Daarmee geven ze niet zozeer hun eigen mening weer, als wel die welke onbewust in de cultuur is neergelegd. Hun logica is duidelijk en eenvoudig en met een half woord, neemt een ander ’t over. De traditionele Kamper bevolking: Doe wat ai zeing dan lieg ie niet. Simpel toch? Ik zegge moah zo, zegt de een ik zegge moah niks, vervolgt de ander. Een boodschap als een bal, die voor de een voor ’t grijpen ligt. En eenmaal overgedragen voor een ander te begrijpen is. Logisch toch? Wat mij betreft niet dus, wat ik verderop duidelijk zal proberen te maken.
Kunst is de logische omkering van de waarneming. Als je waarneemt, ben je gebonden aan wat er te zien is. Waarneming is een aanpassing aan de externe wereld. Dat geldt ook voor de empirische wetenschap. Maar als je schildert, is het doek eerst leeg. De bewerking is vanuit jezelf als bal. Je schildert van binnen naar buiten, zoals je denkt en ontwerpt van binnen naar buiten. Kunst betekent dat de interne logica wordt medegedeeld, als structuur, aan de externe wereld. Zo bouwde men ooit een stad, een tempel, een toren. Zo werden rollen ontwikkeld: een richter, een leider een koning, een priester een droomuitlegger een adviseur voor radeloze momenten een fluit en een trommel voor de balts met het leven.
Samen met de studenten – die ik halfgoden noemde – waren we alledrie: vos, vogel en kroost: de behoedzame graagte, de alerte angst en aarzeling in de keus. In de overgave aan het moment ontwikkelt zich dan een eigen aardige bereidheid en een richting, waarbij je jezelf en elkaar geleidt.
De dans bepaalt de dansers in een eigen dans, voor dat moment, in die situatie, voor die partners in crime.
Eenmaal binnen, sloot ik de deur van ’t lokaal zodra de les begon. Niemand kon te laat komen, er werd niet gebreid (ja heus :-) of de krant gelezen. En over de opleiding werd niet gepraat. Het draaide om leren omgaan met je eigen voorstelling. Als je je in je eigen voorstelling begeeft. En wat zich dan aan je voordoet om je heen.
En het avontuur start bij aanvang: jij – van daar, nu hier. Kom maar tevoorschijn en laat gewoon maar zien wat je bezighoudt.
Wie kent het niet? Zo’n radeloos moment, waar uit verlegenheid met de situatie een wijsheid of een werkwijze wordt geboren. Gewelddadig als je er in je eentje voorstaat. Geweldig als je je er zorgvuldig in begeleid weet. Helemaal geweldig als je jezelf erin leert begeleiden. Als je weet om te gaan met wat er in je omgaat. Als je weet om te gaan met wat er in en om je heen gebeurt.
Gaandeweg leerde ik er iets aan toevoegen: Het actuele moment is het moment van aarzeling voor het moment suprême. Het ogenblik waarin je stom staat te kijken van jezelf en de ontstane toestand. In de erkenning verkeert dat je ’t even niet weet, je handeling stilvalt. In het ogenblikkelijk contact, oog in oog met jezelf en aan weerskant verlegen: met jezelf en de situatie. En dan gebeurt het, van daaruit ontstaat en overkomt je wat je doet.
Kalmte kan je redden, zegt men.
Ik denk: Leer je toevertrouwen aan het proces. Elk moment je toestand toestaan te bestaan. Je komt eruit voort. Je kunt daar ervaring en deskundigheid in ontwikkelen. Het is een theorietje dat je aan den lijve moet ondervinden om ‘m vervolgens methodisch eigen te maken. Er komt nog iets bij dus: je eigen maken. . De vos. Spanning tussen uit nood geboren en overhellen naar wat je verliefd beoogt. Inhoud, betekenis, het hele leven wat je hart heeft, gaat kennelijk door een benauwd moment: Tuin erin! Maar samen. Wie weet ‘t te doorbreken? Wie ontwikkelt zich een opening?
Tuin erin .. een leven als kunstwerk is de Tuin der Lusten.
In die tijd kon een les zomaar uitlopen in een dag: gewoon maar door.
Soms kwam er een collega meedoen in de les. Soms deed er iemand mee bij theater dat we organiseerden buiten de opleiding om. Maar ’t bleef sporadisch. Naar weerskanten waren we welkom en genode gast bij elkaar. Uitgenodigd en uit nood geboren, gingen analoog in elkaar over. Er was een wederzijdse urgentie te voelen tussen gast en gasthof.
Als ik in Kampen was, deed ik mee aan de weekmomenten en soms aan vergaderingen. Het ging om steeds meer werelden die ik probeerde te overbruggen. Verschillende werkkringen en benaderingen: cultureel en sociaal, sociaal en maatschappelijk. Voor mij de zinnelijke en de zin te geven wereld.
In mijn vrije tijd deed ik meer met de stad dan in de CSA. Daar demonstreerden en staakten ze. Het leek wel of men naar buiten toe meer met verzet dan met ontwikkeling bezig was. Maar misschien zie je verzet alleen maar bij een ander en ken je je eigen weerstand niet? Een enkeling woonde de stukken bij waarin ik speelde. Eenmaal aanwezig, vond men ’t prachtig. Maar zodra men buiten was, ging ’t over kunst en kunst was elitair. Men zocht ’t meer in het sociale dan in het kulturele, terwijl die twee .. Hoe kan je ’t hebben over wat hier gebeurt wat er ontstaat? Hoe kan je al die perspectieven bundelen?
Het werd tijd voor verdere studie.
Cesuur of naadloze overgang?
Tegelijkertijd met dat besluit, stopte de Sociale Akademie in Kampen om over te gaan in de Sociale Faculteit aan de CHr. Hogeschool Windesheim in Zwolle.
Om beide afscheiden te vieren en op adem te komen, organiseerde ik samen met mijn collega Beeldend Vormen en een groep studenten de dag van de Sprakeloosheid met workshops voor de hele Akademie. Ik nodigde ik Willem de Ridder ⁶ uit om een ademloos spannende speurtocht door het gebouw te realiseren. Een gebouw dat ik net als mijn collega van onder tot boven kende omdat we er jaren als leerling in rondgedoold hadden en er nu als docenten hadden gebivakkeerd.
De dag eindigde met een ritueel⁷ dat Willem niet afwachtte: Stop met die mensen, ze zijn niet echt. Ze voelen niet, ze praten er alleen maar over.
Hij kijkt me recht in de ogen, groet indringend, smijt de portier van zijn camper dicht en weg is ‘ie.
Ik voel me naar adem happen.
Vertwijfeld loop ik terug naar de trap voor het gebouw waar we afscheid van nemen. Daar verzamelen mensen zich rond het laatste ritueel. Met gepaste afstand ontsteek ik het vuur. In een flits ontbranden alle zwavelkopjes. Een heftige sisser, een roze lichterlaaie. Vanuit zichzelf beginnen een paar deelnemers Ohm – Om – Aum – Aeouhm te brommen .. als klank van de schepping, de eerste adem die hoort bij het nemen van het woord. Langzaamaan nemen anderen het over. Het geluid zwelt aan naarmate de fik vervliegt.
Zowel Willems uitspraak, zijn hese stemgeluid, de sis van de steekvlam en de galm van ‘t slotakkoord zouden me bijblijven tot nu. Ze zetten een grondtoon voor verder.
Merkwaardig genoeg weet ik me niet meer te herinneren of ik meezong of zweeg. Ik denk het eerste, ik was veel te loyaal over all.
NOTEN 
Leven als Kunstwerk deel 1: de Christelijke Sociale Akademie de IJsselpoort in Kampen
¹ Loos Alarm is een maandelijks terugkerend blog van work#art. Iedere eerste maandag van de maand klokslag 12 uur, als de sirenes loeien, komt ‘ie uit. Vandaar de naam: Loos Alarm. Voor dit blog maken we hier een uitzondering op: Zomaar op een doordeweekse dag. Nou ja. Er gaat wel vaker een loos alarm af dan door de overheid bepaald. Wil je elke keer Loos Alarm ontvangen? Een mailtje met daarop Loos Alarm Nieuwsbrief is voldoende.
² Elke tijd ontwikkelt de voorwaarde voor zijn rebel .. is een uitspraak van Piet Zwart over zichzelf in zijn werk(1885 – 1977).
³ Ik was jarenlang coördinator van kursussen kunstzinnige vorming voor vrijwillig kader in het jeugd – club en buurthuiswerk in N.O. Nederland. Hierin werd door allerlei vakkrachten (vanuit alle mogelijke disciplines: drama schilderen ruimtelijk vormen en muziek) met een bestaande vrijwilligersgroep geëxperimenteerd en naar nieuwe mogelijkheden gezocht voor de ‘plek’ waarin ze hun werk deden.
⁴-¹ De Apartheidstrijd in Zuid Afrika , Vietnamoorlog, Kernbommen de Wereld uit wie kent de kenmerkende items niet in die tijd? Solidariteit was het begrip voor actiebereidheid vanuit de relatie die je ermee had. In Kampen kwamen er dus zwarte studenten theologie van de bevrijding studeren en was het Alize vrij toen een medekraakster in Kampen werd opgepakt. Natuurlijk deed ik met alles mee. De geschiedenis werd in het academiestadje nog eens dunnetjes overgedaan. Het boek Blauwhaar verhaalt en laat zien hoe betrokkenheid er daadwerkelijk uitzag in Kampen.
⁵ Hauser Orkater: URL Ich binder Mangelmensch en Zie de Mannen vallen
Werkteater Zie URL’s achter de titels. Zie ook: de Macht der Theaterlijke Dwaasheden van Jan Fabre en Wangedachte van de Horde.
Merk op: theater, sport en rollenspel, het zijn heel verschillende vormen van spel. Zie voor uitleg van Jan Fabre Een uitleg waar ik zeer door gevoed ben.
Zelf acteerde ik in speelfilms o.a. onder regie van Nouchka van Brakel. In de periode van de CSA werkte ik als acteur mee tijdens ontwikkelingsfase van theatergroep de Blauwe Zebra. Samen met Wim Selles trouwens, een student die op de CSA is afgestudeerd. Ook in losse producties samen met en onder regie van Hans van den Boom van Alize Zandwijk. En in allerlei samenwerkingsverbanden van de Beeldende kunst- en Theateropleiding.
⁷ Afscheidsritueel tijdens de dag van de Sprakeloosheid opdracht: Iedereen schrijft vandaag een eigen geheim of wens ten afscheid op een papiertje en maakt dat papier zo eigen mogelijk. Laat de teksten niet lezen aan elkaar maar stop ze in een luciferdoosje dat je zo mooi mogelijk versiert. Deze worden als schrijntjes tentoongesteld met de naam van de afzender. De lucifers uit het doosje gaan in een grote emmer.
Aan het slot van de dag werden de schrijntjes voor het gebouw in het Engelenbergplantsoen in een korf gedeponeerd. Bovenop de berg lucifers.
De rest spreekt voor zich. Mocht iemand foto’s hebben van dat moment, stuur je ze me dan? Alvast bedankt.
*) tenslotte:
Als ik schrijf kom ik op vondsten met een poëtisch karakter. Ik beschouw ze als mijn intellectuele eigendom, in langdurige en toegewijde concentratie ontwikkeld. Juist omdat ze zomaar ontstaan, kan het net zo geïnspireerd bij je binnenkomen. Het kan dan evenzo gemakkelijk zijn om ze over te nemen. Mocht je die neiging kennen en daartoe overhellen, wil je dan aan bronvermelding doen? Alvast bedankt.
Mocht je iemand weten – studiegenoten / docenten – die mogelijk geïnteresseerd is in dit specifieke blog, wil je het dan doorsturen? Ik ben benieuwd naar je reacties en reageer erop als ik de andere delen van het verhaal ook geschreven heb.
