work#art-Venus+God en Restauratie

Zo snel als het ging, zo traag drong het door. Het nam eenvoudig de tijd. Het bericht, de inhoud, nee, het besef.
Wakker worden in een tijding: Ze is er niet meer.
Fysiek werkt het anders: een diepe schok, zich onvermijdelijk herhalend. Schokschouders tegen beter weten in.
Ineens kijk je in een kapotte kerstbal en ziet zowel de holle spiegel binnen als de zilveren buitenkant. In eens ..
Het daalt even geleidelijk in als wat eruit voorkomt. Heel kalm komt er iets op gang.
Vertraagde weergave van een high speed foto-shot. Die jij weer in tijdloos in je opneemt, een overvloed van beelden, uitvloeiend over elkaar.

Eerst dachten we nog aan het ongeval dat ze had gehad. Parallel aan wat mij overkwam destijds. Beide – met een verschil van een paar jaar – uit het zelfde instituut van boord gesprongen; de vrijheid in. Weer voor ’t eerst met losse handjes fietsen, dat soort acties in een toch wat labiel ongewis ..

Een week terug nog, berichtte ze ons van een onvermijdelijke andere weg die ze moest gaan. Met het verzoek om geen contact op te nemen. Het bleek een rottige ziekte achteraf.
Een paar dagen later kwam de tijding van wat alleen de tijd kan: zichzelf een weg banen, tijdloos zijn en stilstaan, definitief .. geen later meer .. weg ..
In die ‘weg’ zoek ik nu ..
Ineens sta je oog in oog. Met wat?
Door een nauw gaatje besef ik de impact die ze al die jaren als vanzelfsprekend met zich meebracht. De blik op me gericht, later op ons werk.
Gekscherend noemde ik haar groupie, ze volgde ons werk op de voet. Een schaterlach terug: ‘kijk naar jezelf ..’ Echo echo .. waar keken we in?

We kenden elkaar al heel lang. Beter gezegd zij kende mij – vier of vijf jaar jonger, van de middelbare school. Zij ongezien in het kielzog van een tevoorschijn komend joch dat alsmaar zitten bleef.
Zo’n gast die ondanks zichzelf altijd de voorgrond kreeg maar zich nooit wilde vereenzelvigen met de rol waarin hij terecht kwam.
Een soort Habemus Papam, maar dan in zo’n lullige schoolvereniging met eenzelfde karakteristiek en hiërarchie die je nu nog in antieke studentencorps ziet.
Het was rond de tijd dat die tijd definitief het veld ruimde voor een laf soort leerlingenparlement, waar ‘ie zonder erop uit te zijn weer aan het roer kwam.
Zij zag de rebel die mij overkwam. Maar haar, haar kende ik toen eenvoudig niet.

Kijken of ik verder kom met iets op papier te krijgen. Want vanaf dan kan het alle kanten op. Zoals al onze ontmoetingen alle kanten opgingen.
Ook nu zonder haar. Of er een bom aan bewustzijn ontploft.
Het overkomt iedereen vermoed ik: Je kan er gewoon niet omheen en je komt er niet bij weg .. Er dient een horizon gerond.

Dansende emoties zijn het, sprankelingen waarin een afwezigheid ook een hele sterke aanwezigheid genereert. In die elegantie herinner ik me haar nu.
Hoe ze een omgeving vertegenwoordigt die met dat de tijd wegvalt, wegvalt. Afgelopen.
Zeker weten, met haar verscheiden kantelt een moment, ze markeert een kanteling .. van inkeer en definitief vertrek ..

Laat ik het houden bij onze ontmoetingen rond kunst. Of het van ons was of van anderen deed er niet toe. Dat was het fijne.
Kunst was steevast het condensatiepunt. En het kunstwerk kon van alles zijn. Vandaar die kerstbal.
Rond zo’n glazen knikker kom je in een soort van onverdeelde aandacht terecht, in een dankbaar aanwezig ‘ondanks’ jezelf. Je weet je erin, maar rond een droom met een beeld als katalysator. Je komt terecht in wat je overkomt. Een werking hooguit als perspectief en invalshoek .. penseelstreek .. hooguit contact. Het raakt, diep zelfs, maar kent kant nog wal. Een spreken in tongen, zinnen op zinnen die eindigen een verzuchting. De longen puur geïnspireerd.
Je kan ’t niet organiseren, het gebeurt waar je bij staat maar je bent er niet, er is hooguit aandacht waarin zich al met al beluistert.

Tijdens haar afscheid afgelopen zaterdag hoorde ik veel dergelijke verhalen.
En iets ertussendoor, dat ik toen niet verdroeg maar waar ik nu dankbaar voor ben.
De toespraak van haar leidinggevende zoals ze zei. Uit de pan van toen, die voorgekookte pot, waar we beiden als kikkers uit gesprongen zijn.
Met een tekst die ze herhaalde van haar afscheid toen. Zalvende woorden als een zingende zaag met vals gezette tanden en slechte adem.
Een snerpende fluit in mijn oor. Laatste eer? Eenzijdig bewijzen en ook nog van een paar jaar terug. Het kan wel op al is ’t lekker.
Ik voel me voorgoed genezen en verlost. Definitief van het gas af.
Wat had ik haar een langer leven in die vrijheid gegund. Verliefd? In genen dele. Eerder groupies bij elkaar.
Gewoonweg heerlijk, maar ’t is beter ‘vrouwlijk’ te noemen ..
Laat het maar liever geen naam hebben.

PS Ik houd haar naam graag bij een link in het vermoeden dat ik in haar geest handel.Veel lezers zullen haar kennen. Wil je meer horen, neem gerust contact op met een van ons.

Comments