work#art-OpenbarstigWeerbaar2007

Vorige week namen we alweer afscheid van de Houten Golven. Op onze vaste avond in de week. op een buitenterreintje bij de Scouts staken we kratje voor kratje de fik erin. Aan alles komt een eind .. zeggen we dan .. op vlammende wijze dan maar. Aan alles? Een enorme ijzeren velg hield het vuur in bedwang.

Net als andere keren was iedereen welkom. Zouden de Rogge Botters nog komen? En Khaled? Je weet maar nooit .. Wellicht wilden zij de scheepjes die ze de afgelopen maanden maakten, wel achter zich verbranden .. Een paar van hen kwam tijdens het weekend nog opdagen. Even bij ’t Oorgat, even in Huize Maria, maar beide keren te laat om Scheepje te zien dansen. En ze bleven verlegen zwijgzaam over Khaled.
Als volwassene hoort hij niet meer bij hun afdeling op het COA, dus raakt het stil om hem heen. Mettertijd zoek ik ‘m op, waar ‘ie ook is.

Vuur spreekt voor zich en deelt wat het verteert met alles en iedereen. In de directe nabijheid, was de hitte bijna ondraaglijk. Zelf leek ik wel zo’n rituele hogepriester. Ik deed wat me overkwam maar welbewust. De afstand van de mensen tot het vuur was groot en ik kreeg het nauwelijks voor elkaar om iets met ze uit te wisselen. Ik vond ’t wel goed zo. Sommigen oogden ook wat klaar met het project of waren al ergens anders met de kop. Net als wij trouwens. Zo rond een vuur komt iedereen bij zichzelf uit en wordt het delen wat er nog in je opkomt.
Veel gloed zat er niet meer in maar toch werd er aangenaam uitgewisseld.

Zo heel anders dan het gepuber van de scouts. Die waagden zich dichter rond het vuur en lieten luidruchtig merken hoe ze hun eigen paadjes nog moeten kappen in het woud van gevoelens dat hen telkens maar zo overvalt. Zo’n paadje vind je niet in je eentje. En met elkaar is het behoorlijk zoeken. Het was aandoenlijk hoe ze zich te kijk zetten. Ik hou van mensen die zich leren ontwikkelen in zo’n openhartige samenhang. Een vrijmoedige kring waarin men niet de kans krijgt om vroegtijdig te blijven steken in iets eenzijdigs, waardoor de zoektocht om je heen of in jezelf gescheiden raakt. De kans is hier klein om tijdens je leven al een fossiel te worden. Hoeveel mensen zijn er geen kei in om te verstenen van schrik of verveling en voort te rollen op de willekeur van hun omgeving. Hier mag je nog de vorm aannemen van zo’n wanhopige luchtslurf aan het begin van een markt.
Zo’n kous die er zelf even geen been in ziet en rillend om zich heen zoekt. Zo’n aandachttrekker waar men onverschillig aan voorbij gaat.

Vuur hecht, zegt de een. Vuur bevrijdt ,zegt een ander. Vuur is groots en meeslepend en ik genoot ervan dat men lang bleef hangen. Ik kon open blijven voor wat we de afgelopen maanden met elkaar beproefd en geproefd hebben.
Een oogst die verder reikt dan wat ieder voor zich bevatten kon: Scheepje op Houten Golven.

Zo achteraf en op afstand dringen al hun verschillende manieren van doen, laten en ervaren diep tot me door. Al die nauwelijks bij elkaar te brengen werkwijzen en visioenen, spontaan gericht op iets dat je met elkaar mee maakt en samen voor elkaar krijgt. Met iedere kratje, zocht ik een hoogtepunt te vinden in wat we wisten te delen en niet. Een weldadige rijkdom aan indrukken ontstond daar in die ijzeren velg en kronkelde zich een weg naar buiten.

De vlammen waren heel verschillend van toon, kleur en geur, van intensiteit, omvang en dynamiek. Niet ieder kratje werkte aanstekelijk, niet elke vlam voelde aantrekkelijk. Achteraf vermoed ik dat één op de drie, me simpelweg zeer deed. De ene duwde me nog weg bij waar ik op uit was, verzengde iets wat nog geen melodie had gekregen. Soms leverde een krat een gevecht op met wat er nog aan rook bleef hangen. Soms loste iets sissend op, ijlde een vonk nog lang na in de sterke thermiek. Soms liet ik iets zo tot me doordringen, dat ‘t alleen maar daar opgelost kon.
Er fonkelt iets diep roods van binnen. Het heeft niets met mijn eigen hart te maken, het heeft met niemand iets van doen. Het ligt daar maar en speelt op als er vlammen dansen als er muziek klinkt. Onder een macht aan vermogen. Tot er een ander hart op reageert .. en bloed stroomt waar het niet dacht te kunnen gaan.
Er zijn mensen die geen stand kunnen houden in het geweld dat om hen heen woedt. Geweld dat zo tot hen doordringt dat ze zichzelf niet meer kunnen verstaan. En gillend gek om zich heen rammen of gillend gek wegvluchten; maakt niet uit waarheen. Het was de dag van de vluchteling en van dat waar hun vlucht naar verwijst: de blinde woede die om zich geen grijpt als vuur .. maakt niet uit wie getroffen wordt.

Niet alle materiaal laten we in vlammen opgaan.
Net als bij andere installaties, maken we achteraf een zaad. Nu van een paar plankjes en wat jute van de zakken. Een zaad voor de toekomst.
Er ligt een officiele aanvraag voor een plekje in het park rond ’t Oorgat. Als het zover is nemen we weer contact op met iedereen, om via dat pootmoment afscheid van elkaar te nemen. Nou ja, van het verband waarin we met elkaar optrokken natuurlijk.
Inmiddels trekt Khaled zich terug uit ons blikveld. Zijn vlucht lijkt geen rustpunt te kunnen krijgen in Nederland. Soms vonden we, even in elkaars midden, onze poëzie. Rond Scheepje op Houten Golven, een klein modelletje uit 2007, verscholen in een nis van de Koornmarktspoort, tijdens de tentoonstelling ‘Openbarstig Weerbaar’ – overgave aan een kunstwerk uit 2007.
Tien jaar terug, nog geen tweehonderd meter verderop!
Hoeveel mensen slingerden nu aan haar rad en kregen ‘t in beweging?

Het blijft zoeken geblazen. En niemand krijgt de eigen zeilen bol.
de Akker een Tijdperk .. tot ver voorbij de einder.

Comments